‘Onderwijs moet meer aandacht hebben voor de steeds grotere wereld’
Aan het eind van het jaar neemt Petra van Haren na acht jaar afscheid als voorzitter van de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS). Tijd om met haar terug te kijken.
Per 1 januari 2022 wordt Petra van Haren de nieuwe directeur van de European School Heads Association (ESHA). De afgelopen jaren heeft ze bij de AVS zich ingezet voor internationalisering en tweetalig primair onderwijs. Dat blijft ze doen. ‘De uitdaging is om aan te sluiten bij wat de wereld van onze kinderen van nu en straks is.’
Als voorzitter zette Van Haren zich in voor de leidinggevenden in zowel het primair, voortgezet en speciaal onderwijs in Nederland. Het waren turbulente en hectische jaren, zegt ze zelf, terugkijkend op de periode die ze nu afsluit. Van de coronatijd die het onderwijs in de greep hield tot de ontwikkeling rond de arbeidsvoorwaarden in het onderwijs en de acties waaraan de AVS ook meedeed.
Wat is je het meest bijgebleven in die acht jaar?
“Wat me vooral is bijgebleven is dat toen ik kwam de schoolleider als beroepsgroep nauwelijks aandacht kreeg. De schoolleider stond niet in bestuursakkoorden, er was weinig aandacht in nationale beleidsstukken. Dat trof mij enorm. Deze groep is immers zo’n belangrijke factor in het primair onderwijs. Voor mij was dat dan ook het vertrekpunt toen ik begon bij de AVS. Ik denk dat je wel kunt zeggen dat de schoolleider nu op de kaart staat en zeker een van de beleidspunten is geworden.”
Welke kansen en uitdagingen zie je op het gebied van internationalisering voor het primair onderwijs?
“Ik denk dat er meer aandacht moet komen in het onderwijs voor de maatschappelijke ontwikkeling waarin onze kinderen zich bevinden. Door ICT en mobiliteit wordt hun wereld namelijk steeds groter. We gaan bijvoorbeeld veel verder op vakantie dan vroeger of ontmoeten anderen digitaal. Het is een kans om daar op aan te haken met kennis delen, niet alleen op het niveau van de schoolleider en de leerkracht maar ook voor onze kinderen.”
“Kijk bijvoorbeeld naar projecten als het Open Schools Project of de Open Classrooms, waarbij bijvoorbeeld leerlingen uit Zweden een wiskundeles in Washington kunnen bijwonen. Of kijk naar de uitwisseling in projecten als eTwinning. Er ligt uitdaging om aan te sluiten bij hoe de wereld van onze kinderen van nu en straks is, en dat zo te integreren in ons onderwijs, dat ze er later voor zijn toegerust. Daarvoor is het belangrijk dat scholen de juiste netwerken kennen, want het is iets wat je samendoet.”
‘Internationalisering is niet alleen dat je naar het buitenland gaat, maar komt ook jouw school binnen.’
Wat voor thema’s zijn daarbij dan belangrijk?
“Een voorbeeld van wat nu heel actueel is, is duurzaamheid. Dat is een groot globaal thema. Binnen een school kun je in je eigen context gaan zoeken. Van hoeveel bloementuintjes je in de omgeving hebt voor de bijen tot wat voor producten je in school gebruikt, zoals plastic of papier. Onderwijs heeft te maken met een voorleefrol om van jongs af aan betrokken te zijn.”
“Door het in de eigen context te doen, bereid je kinderen voor om later gezamenlijk vanuit globaal perspectief thema’s aan te pakken. Je zorgt ervoor dat kinderen zijn toegerust voor hun toekomst. Daarom vind ik uitwisseling super belangrijk, zowel nationaal als internationaal. Je ziet in de klimaatbeweging hoe jeugd samenwerkt, Greta Thunberg is daar zo’n voorbeeld van. Een kind dat zegt: jullie zijn met mijn toekomst bezig.”
In een eerder interview dit jaar gaf je aan dat contact met collega’s uit andere landen voor het onderwijs en de leerlingen onmisbaar is. Wat zou je basisscholen concreet willen meegeven om hiermee aan de slag te gaan?
“Voor mij is er maar één advies, eerst naar bestuurders maar zeker ook naar schoolleiders: zorg dat je beleid hierop formuleert, dat je visie hebt wat je ermee wilt. Internationalisering is niet alleen dat je naar het buitenland gaat, maar komt ook jouw school binnen.
“Daarvanuit kun je keuzes maken, bijvoorbeeld of meertaligheid past bij je school. En welke taal dan: Engels of als je in een grensstreek zit misschien wel Duits? Als je heel veel Poolse kinderen hebt misschien wel Pools. Visie gaat altijd vooraf aan wat je doet. Dan kan je doelen stellen en aan de slag en de relatie leggen tussen wereldburgerschap, internationalisering en diversiteit.”
Hoe kijk je aan tegen tweetalig primair onderwijs?
“Aangezien we leven in een wereld waarin Engels een enorme wereldtaal is, en omdat kinderen op jonge leeftijd enorm makkelijk talen oppikken, denk ik dat het ontzettend goed is dat ze jong ermee beginnen. Dat kan heel speels: met liedjes zingen en spelletjes. Je ziet sowieso dat Nederlandse kinderen heel makkelijk Engels spreken, en ook andere talen relatief makkelijk leren. Kijk bijvoorbeeld naar het verschil met Zuid-Europa. Daar is veel passieve kennis, maar vinden kinderen het lastiger om het actief te gebruiken.”
Hoe komt dat?
“Dat heeft te maken met de wereld om de kinderen heen. Alle televisieprogramma’s zijn in die landen nagesynchroniseerd. Ze horen nooit die andere taal. In ons land krijgen kinderen Engels met de paplepel ingegoten via de televisie, computer, maar ook op school.”
“Zo hebben ze dus een flinke voorsprong in taligheid, maar ook met hersenontwikkeling die daarbij hoort. Er zitten veel voordelen aan om die meertaligheid op te pakken. Je kunt juist op jonge leeftijd daar activerend in zijn. Maar wel vanuit je visie en beleid.”
Dus het is goed dat we verder gaan met tweetalig primair onderwijs?
“Ja, ik ben echt voorstander van Engels, met name omdat het een wereldtaal is. Ook ben ik heel blij met ons voortgezet onderwijs, waar het ook mogelijk is voor andere talen te kiezen, zoals Italiaans, Spaans, of Chinees. Ik denk dat taalontwikkeling en taligheid in het Leven Lang Ontwikkelen ook bruggen slaat. Het leren van een taal hangt namelijk ook samen met het leren van een cultuur.”
Wat ga je precies doen bij ESHA en waar kijk je het meeste naar uit?
“ESHA is actief in 23 landen, en ruim vijftig organisaties die zoals de AVS zijn aangesloten. Ik zie het als mijn doel om de kennis van al deze leden te delen, hen verbinden en het samenwerken aan gezamenlijke grotere thema’s uit te bouwen. Met corona hebben we prachtige ervaringen gehad. Aan het begin van de crisis zag je dat de lockdowns niet overal gelijk ingingen en dat meteen vanuit het netwerk onderzoeken kennis en ervaringen werden gedeeld.”
“Natuurlijk blijf ik een zeer warm hart houden voor Nederlandse schoolleiders. Ze kampen met dezelfde vraagstukken als de rest van Europa: hoe verbeter je de school met innovatietrajecten? Hoe positioneer je je leraren? Hoe breng je onderwijs verder?”
“Digitaal onderwijs wordt belangrijker. Ook in de toekomst van onze kinderen. Het wordt steeds irrelevanter waar je bent, als je maar een digitale aansluiting hebt met de rest van de wereld. Stel je voor hoe de wereld van onze kinderen er straks uitziet. Dat zijn echte wereldburgers.”
Gepubliceerd op Nuffic Actueel. Lees het volledige artikel.