
IBDS richt zich op de balans tussen wat kan, wat mag en wat wenselijk is
Sinds november ligt er de Interbestuurlijke Datastrategie (IBDS), die op hoofdlijnen schetst hoe de overheid met data maatschappelijke opgaven beter kan adresseren, waarbij risico’s van datagebruik goed worden afgewogen.
Bij ICTU is een programmaorganisatie ingericht die verschillende projecten initieert in samenwerking met BZK, andere overheidsorganisaties, wetenschappers en partners vanuit het bedrijfsleven. Wat heeft de IBDS straks concreet te bieden?
Van wonen, energietransitie, armoede, schulden tot zorg. Data zijn niet meer weg te denken om de verschillende maatschappelijke vraagstukken op te lossen. Ze worden niet voor niets omschreven als het ‘nieuwe olie of goud’, stelt Tim Faber. Hij is programmamanager IBDS bij het ministerie van BZK. “De Interbestuurlijke Datastrategie identificeert gesignaleerde knelpunten in het gebruik van die data en pakt deze aan. We hebben daarbij aandacht voor het spanningsveld van wat er technisch kan, juridisch mag en ethisch wenselijk is. We willen de kansen van data benutten, op verantwoorde wijze.”
‘We willen de kansen van data benutten, op verantwoorde wijze’
Stuurloos zonder data
Dat een strategie op het gebruik van data nodig is, bleek wel tijdens de coronapandemie. “Zonder de juiste data waren we in het begin stuurloos”, vertelt Faber. “Wat is er nu gaande, hoe zit het met de besmettingen? En later, hoeveel vaccinaties zijn er gezet? Data kunnen helpen om de informatiepositie te krijgen die je nodig hebt om beleid te ontwikkelen, om beslissingen te maken en om te sturen.”
De behoefte aan een overkoepelende strategie over verantwoord en efficiënter gebruik van data was groot. Zowel top-down als bottom-up. “De IBDS kent een groot aantal sponsoren die de IBDS ondersteunen. Op DG-niveau binnen het Rijk, onder het OBDO, waarin alle bestuurslagen zijn vertegenwoordigd, en bij organisaties als het CBS, het Kadaster en Infrastructuur en Waterstaat. Naast een heel netwerk op beleidsniveau.” De IBDS is het resultaat van nauwe samenwerking tussen vele partijen.
Met de komst van een staatssecretaris Digitalisering staat datagebruik definitief op de politieke en bestuurlijke agenda. “Het besef dat we meer moeten doen met data is de afgelopen jaren gegroeid. Dat merk je wel aan het nieuwe kabinet en hoe het leeft in de Tweede Kamer. De debatten over dit onderwerp vlammen echt. Digitalisering is niet iets wat ons overkomt. Het is belangrijk dat we het stuur pakken en met elkaar de goede keuzes maken. Dat maatschappelijke en politieke debat op dit onderwerp willen we dan ook aanjagen.”
Vriendelijke helpende route
Hoe dwingend is de datastrategie? De IBDS bevat geen keiharde afspraken, waar overheden zich aan moeten houden als het gaat om datagebruik, legt Faber uit. “Ik zie het vooral als een beweging die we in gang aan het zetten zijn. Er zijn al wetten en kaders voor wat wel en niet mag, en ook op Europees niveau heb je de Data Act en andere wetgeving die van toepassing is. Onze route is meer de vriendelijke, helpende route. Wij willen met de IBDS vooral het politieke en maatschappelijke debat stimuleren en aanjagen. Met een kenniscentrum en adviesfunctie willen we organisaties helpen met het spanningsveld van: wat kan er, wat mag er en wat is wenselijk. Je ziet dat heel veel goede initiatieven hiermee worstelen en vertraging oplopen en zelfs sneuvelen, terwijl het met de juiste waarborgen heel wenselijk kan zijn om ze wel uit te voeren.”
De IBDS geeft wel duidelijke richting. Bijvoorbeeld dat er een Federatief Datastelsel komt, dat via afspraken en oplossingen, data bij de bron beschikbaar maakt en technisch beter uitwisselbaar. Waarbij de beveiliging en privacy van de gegevens van burgers uiteraard zijn gewaarborgd. Faber: “Door te zeggen dat we die kant opgaan, betekent ook dat we heel veel andere dingen niet gaan doen. Maar we krijgen vooral te horen dat organisaties blij zijn met de keuze voor het Federatief Datastelsel.”
Lees het hele artikel in ICTU Magazine.