‘Samenwerken draait om het collectief’

Betekent de coronapandemie het einde aan het werken op kantoor zoals we dat voor de lockdown deden? HR-wetenschapper Kilian Wawoe onderzocht welke lessen we kunnen meenemen uit deze periode. Het gevaar ligt op de loer dat we gewoon weer teruggaan naar het ‘oude normaal’. “Als we nu niet even stilstaan en kijken hoe het anders kan, leren we er niets van.”

Elf jaar lang werkte Wawoe voor ABN AMRO in allerlei HR-functies in verschillende landen. Daarnaast onderzoekt hij graag HR-gerelateerde onderwerpen.

Inmiddels werkt hij als parttime docent Human Resources Management aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, is hij consultant en ook public speaker. De komst van corona zette zijn werk stil. Hij besloot weer onderzoek te doen, nu naar het thuiswerken en wat we daarvan kunnen leren. “Tot mijn verbazing zag ik alle organisaties heel snel overstappen op online en werken op afstand. Ik heb geen bedrijf daardoor over de kop zien gaan. Ineens bleek het dus wel te kunnen.”

En nu? De laatste coronamaatregelen worden versoepeld en we kunnen weer terug naar kantoor. De files zijn in ieder geval al weer terug. Gaan we dan weer terug naar het ‘oude normaal’ of hebben we ervan geleerd?

“De coronacrisis is misschien een groot probleem, maar tegelijkertijd biedt het de grootste kans in jaren om het eens anders te gaan aanpakken op HR-gebied. Helaas zijn de voortekenen niet zo gunstig. Mensen zijn toch gewoontedieren. De veranderde omgeving dwong het ons om het anders te doen, werken op afstand en online. Nu het weer terug verandert, zullen we snel weer in het oude gedrag terugvallen. Als we niet even stilstaan en kijken hoe het anders kan, leren we er niets van.”

Dat laat je ook in je boek zien. Wat voor doel had je voor ogen?

“Ik heb het eerst echt en alleen vanuit academisch oogpunt opgezet. Als HR-wetenschapper is dit misschien wel de grootste kans op mijn vakgebied in mijn hele loopbaan. Maar wat ik vooral hoop is dat organisaties uit mijn boek leren is dat ze het vraagstuk over hoe we nu weer gaan werken niet aanvliegen vanuit de individuele vraag. Het is niet wat jij wil, maar wat is goed voor ons.

“Daarnaast gaat niet om kwantiteit, om hoeveel uren je op kantoor of thuis doorbrengt, maar om kwaliteit van het werken. Wat komt ten goede komt aan het collectief, het team. Als de lezer dat meeneemt uit mijn verhaal, ben ik tevreden. Voor de liefhebber ga ik een stap verder met een stappenplan en het benoemen van activiteiten.”

In je boek heb je het over een vergeten groep in de coronatijd die we er nu meer bij moet worden betrokken. Wie zijn dit?

“Dat zijn de mensen die het zwaar hadden tijdens de lockdown. Het zijn vooral jongeren. Hen thuis laten werken vraagt om moeilijkheden. Soms zijn ze gewoonweg te lui om te werken, maar vaak hebben ze er ook weinig ruimte voor. Wat me opvalt van deze groep is, ook op terreinen als pensioen, huizenmarkt en milieu, hoe weinig assertief ze is. Juist om onderwerpen die enorme impact hebben op hun leven hoor je ze niet. Dat komt deels omdat ze niet weten wat ze niet weten. Dat maakt het ingewikkeld.”

Wat kunnen we doen om hen meer te betrekken?

“We moeten meer met elkaar praten. Wat verwachten we van elkaar? Wat werkte wel tijdens de lockdown, wat niet? Ik vind dat de belangen van de kwetsbare groep voor moet gaan over die van de groep waar ik toe behoor, de oudere werknemer. Ik werk bijvoorbeeld graag dinsdagmiddag thuis, maar als ze mij nodig hebben, dan moet ik dat moment opzij zetten en naar kantoor komen. Het gaat om investeren in de toekomst.”

GroenLinks en D66 hebben een initiatiefwetsvoorstel ingediend over thuiswerken. Daar ben jij niet zo enthousiast over?

“In deze wet gaat het erom dat je kan werken waar je wilt, en alleen met zwaarwegende redenen kan je dat als werkgever tegenhouden. Dat zie ik totaal niet zitten. Dit stelt weer het individu voorop. Iedereen kan het werk dus invullen waar hij wil. Degene die juist behoefte heeft aan collectiviteit, aan samenwerken op kantoor, betaalt daarvoor de rekening. Degene die niet wil, heeft de overhand.

“En dat juist van twee partijen die voor de jongeren zeggen op te komen. Volgens een onderzoek van FNV blijkt dat slechts 10 procent van de werknemers na corona helemaal terug wil naar kantoor. De gemiddelde leeftijd bij de FNV is 50 plus.”

Je schrijft in je boek dat we moeten stoppen met het woord thuiswerken te gebruiken. Waarom?

“Ten eerste omdat het woord thuis gaat over een plek waar jij de baas bent. Dat geeft een verkeerd signaal. Jij bepaalt wat er gebeurt, terwijl vanuit de werkgever gezien het van belang is dat je in de werktijd geacht beschikbaar te zijn voor hem of haar. Dat betekent ook dat je in die werktijd je gedraagt alsof je werkt. Trek dus kleren aan die je ook zou aandoen voor je werk. Ga dus niet in een korte broek het Teams-overleg in, of werken vanuit bed of bad. Probeer een werkomgeving te creëren.

“Wat we nu ook vaak zien is dat mensen een werkantie opnemen: werken vanuit het vakantiehuis, of vanuit het buitenland. Wat nou als je ineens naar kantoor moet komen voor een klant en je zit in Barcelona? Dan kom je niet even terug.”

Wat versta je precies onder het Corporate Brein?

“Deze term gaat ervanuit dat de kracht van ons brein niet zit in de cellen, maar in de verbinding daartussen. Als organisatie gaat het niet om hoeveel medewerkers je hebt, maar om hoe ze met elkaar verbonden zijn. Goed organiseren gaat niet om verlaging van kosten, om minder vierkante meters, maar om het verbeteren van de samenwerking. Dat leidt ook weer tot hogere prestaties, maar ook het groter welzijn van je mensen en minder files.”

Het interview is gepubliceerd in het magazine en website van PW en op de site van ExecutiveFinance.

You may also like