‘Waterverbruik kan allemaal zo veel simpeler en slimmer’

DSC0886

Adjiedj Bakas.

Interview met trendwatcher Adjiedj Bakas over ons wereldwijde waterverbruik.

Momenteel hebben 780 miljoen mensen geen toegang tot veilig drinkwater. Hoe zorgen we ervoor dat ze ook in de toekomst genoeg water hebben?  Door innovaties, zegt trendwatcher Adjiedj Bakas. “Als we de juiste keuzes maken kan worden voldaan aan de groeiende vraag aan water.”

Deze maand komt zijn nieuwe boek uit ‘Plenty, megatrends water, energie en grondstoffen’, waarin hij onderzoekt hoe de komende twintig jaar met onze natuurlijke hulpbronnen omgaan en hoe we ervoor zorgen dat er genoeg water en energie is voor de groeiende wereldbevolking.

Wat zijn de meest opvallende trends op het gebied van water?
“Wat ik erg leuk vond te ontdekken is dat er veel meer zoet water is dan dat mensen verteld wordt. Dat hebben verschillende wateringenieurs  mij verteld. Men is namelijk als de dood dat mensen het gaan opmaken als ze het weten. Wat me verder opviel hoe goed de technologie is geworden om van zout water zoet water te maken. We hoeven alleen maar te kijken naar Israël, die nu een exporteur is geworden van zoet water. Ze halen via allerlei installaties aan de kust water uit de zee en exporteren het als zoet water naar de omringende Arabische landen.”  

Ondanks dat zoet water schaars is, gaan we er nog steeds verkwistend mee om. Zijn daar ook trends in te ontdekken?
“Het waterverbruik zit niet alleen in de landbouw en industrie maar ook in huishoudens.  Mensen gaan vrij inefficiënt om met water. Juist daar kunnen we ook heel veel recyclen. In heel veel landen wordt bijvoorbeeld geen regenwater opgevangen, ook in gebieden waar veel regen valt. Het is natuurlijk bij de wilde spinnen af dat wij zoet water gebruiken om een drol mee door te spoelen. Microsoft ontwikkelt nu een wc die geen water meer nodig heeft, maar door zuigkracht de drol afvoert.  Wat hebben eigenlijk überhaupt  geen grote water- en rioleringssystemen meer nodig.”

Hoe bedoel je dat? We moeten die drollen toch afvoeren?
“Van die drollen kunnen we biogas maken, waarmee we weer kunnen koken. Water om mee te koken en wassen en douchen kunnen we heel makkelijk hergebruiken met filters. De techniek daarvoor komt van cruiseschepen. Water wordt dan na het douchen schoongefilterd en kan weer worden hergebruikt. Daar heb je dus geen extra zoet water meer voor nodig. Zo’n systeem werkt op zonnecellen rond het huis. Het is krankzinnig hoe wij het in Nederland doen, ook al hebben we hier zoet water zat. Na het douchen gaat ons water vele kilometers naar de waterleidingduinen om daar gezuiverd te worden, om vervolgens weer terug naar ons huis te komen. Het kan allemaal zo veel simpeler, slimmer en smarter.”

Kunnen lokale gemeenschappen in afgelegen gebieden die geen toegang hebben tot veilig water en geen kennis hebben over dit soort systemen, ook hiervan profiteren?
‘Veel van dit soort systemen zijn vrij eenvoudig te maken. Je zou als ontwikkelingsorganisatie bijvoorbeeld fabriekjes kunnen bouwen in die landen om zulke systemen te maken, samen met bedrijven als IBM en de Israeli’s. Die fabriekjes kun je dan leasen aan die mensen voor zeg 10 cent per maand, of je laat ze meedoen met microkredieten. Zo hebben ze schoon water. Verder zijn er ook pilletjes om vervuild water schoon te maken. Die zijn ook helemaal niet duur en makkelijk te gebruiken. Een van de problemen daarbij is dat echter dat we zoveel deodorants, bodylotions en shampoos gebruiken dat het water niet meer schoon te krijgen is. Daarin zitten namelijk hele kleine plastics zitten die niet kunnen worden afgebroken. Dat is een ramp voor het milieu. Fabrikanten van zeep en shampoo moeten daar echt mee ophouden want ze maken het water op de wereld er niet beter mee. Een andere oplossing  is het spiritualiseren van water.”

Jongetje in Sri Lanka tapt water af bij een huis in de buitenwijken van Kandy. Foto: Evedien Tukkers.

Jongetje in Sri Lanka tapt water af bij een huis in de buitenwijken van Kandy. Foto: Evedien Tukkers.

Pardon? Spiritualiseren van water?
“Water smaakt overal verschillend. Bij ons is het bijvoorbeeld heel erg lekker. Je drinkt het zo uit de kraan en hoeft geen Spa rood te kopen. Maar zoet water dat gemaakt is uit zeewater is niet te drinken. Prima om mee te douchen en te koken, maar lekker smaakt het niet. Ingenieursbureau Haskoning DHV heeft ontdekt dat je de smaak van het water kunt corrigeren door het te meanderen in allerlei buisjes met muziek erbij. Daardoor wordt de samenstelling van het water anders. Als jij bijvoorbeeld  een half uur tegen een glas water scheldt, smaakt het anders dan als je er een half uur lieve dingen tegen hebt gezegd. Op deze manier kun je dus ook water zuiveren. Het kan bijvoorbeeld in India een oplossing zijn, waar hindoepriesters recycling van afvalwater tegenwerken, omdat water alleen mag worden gedronken als het van moeder natuur komt. Als je water nu op hun manier meandert, met  hun muziekjes en dingetjes , krijg je, zoals ik het noem, karmawater. Dan heb je het weer teruggebracht alsof het van moeder natuur komt.”

Momenteel zijn er ook bedrijven die juist water inpikken in andere landen vanuit hun business case, het zogeheten water grabbing.
Met dat soort dingen moeten we allemaal stoppen. Bedrijven denken nog steeds dat het nodig is om waterbronnen en rivieren te bezitten. Met al onze nieuwe technologie is dat juist niet nodig. Als Chinezen in Afrika fabrieken willen laten draaien op zoet water kunnen ze prima dat water uit zee halen, schoonmaken en gebruiken. Zeker nu dat dankzij zonne-energie spotgoedkoop te doen is. In Afrika met zoveel zon is dat geen probleem. Laat de rivier dus lekker de rivier.”

Duurzaamheid troef dus in je boek.
‘Ja dat klopt. Iedereen gaat die kant op. Omdat we toch tegen die grenzen oplopen van wat haalbaar is en wat maakbaar is. En dat vind ik wel goed. Ik denk dat over tien jaar niemand het meer over duurzaamheid heeft, dan is het de norm geworden. Bedrijven als Unilever en IBM hebben het al door. Doordat ze als outsiders zich met water gaan bezighouden krijg je leuke dingen. Straks kan een boertje in Bangladesh op zijn smartphone via water apps precies zien hoeveel water hij aan welk gewas moet geven. Waardoor hij minder zal vermorsen Nu heeft zo’n man die kennis niet, en kiepert hij er gewoon een hele emmer water overheen. Misschien leert de boer het zelf niet meer, maar zijn kinderen in ieder geval wel. Je ziet toch dat kinderen, ook uit een sloppenwijk, veel sneller leren hoe ze met nieuwe technologie moeten omgaan.”

Denk je dat nieuwe innovatie en technologie uiteindelijk tot een betere verdeling kan leiden tussen rijk en arm op het gebied van water?
“Ik weet het niet. Hebzucht zal er altijd blijven. En op zich is hebzucht best een goede eigenschap. Waterbedrijven en waterspelers moeten in staat zijn om voor arme mensen een goed business concept te bedenken, die nu of geen of onvoldoende toegang hebben tot water. Dan help je én die mensen én je hebt een fantastische business case. Kansen genoeg, dat is eigenlijk de boodschap. Bij innovaties moet je winst maken om je innovaties te betalen. Om die apps voor water te maken heb je geld nodig. En dat kan echt niet alleen van ontwikkelingsgeld komen. Er is dus een commercieel business plan voor nodig.”

You may also like