Grillig Gozo: hiken over het onbekende broertje van Malta
Van reuzen die ruim vijfduizend jaar geleden de megalithische tempels van Ġgantija bouwden, tot Odysseus die op het eiland strandde na een schipbreuk en er zeven jaar lang liefdesgevangene was van de mooie nimf Calypso. Gozo is weliswaar kleiner dan Schiermonnikoog, maar de bijzondere verhalen liggen voor het oprapen op het Maltese eiland.
Een rotsboog tussen de bloemen op Gozo
Tijdens mijn trip naar Gozo hoop ik er daarvan een paar op te pikken. Gids en klimexpert Stevie Haston van Gozo Adventures neemt me daarom mee om te hiken. Hij groeide deels op Gozo op en deels in Engeland. Hier leerde zijn grootvader hem voor het eerst klimmen. Het was het begin van een roemruchte klimcarrière, waarbij hij uiteindelijk uitgroeide tot een van de bekendste Britse klimmers.
Inmiddels is hij 66 jaar, maar nog altijd neemt hij groepen klimmers de rotsen op. ‘Gozo was een magische plek om op te groeien,’ vertelt hij. ‘Het was fantastisch om hier als kind de natuur en baaitjes te verkennen. Ik kan me wel voorstellen dat Odysseus het helemaal niet erg vond om hier te stranden.’
Gozo heeft een oppervlakte van slechts 67 vierkante kilometer. Het is dan ook prima te voet te verkennen. Wil je het eiland helemaal rondlopen langs de kust, dan is dat een wandeling van ongeveer 44 kilometer, volgens Stevie, die deze driedaagse tocht organiseert.
Niet naar beneden kijken…
Verder langs de kust stokt mijn adem wanneer ik over de rand van een klif naar beneden tuur. Één misstap en ik lig tientallen meters lager tussen de golven. De kliffen zijn miljoenen jaren oud, zo bewijzen de fossiele resten van prehistorische zee-egels, schelpen en andere dieren in het kalksteen.
Dat er veel is gevist vanaf de hoge kliffen, blijkt uit de door mensen gemaakte gaten. Hier maakten inwoners uit dorpen als Żebbuġ en Għarb de lijnen vast van hun met bamboe gevlochten visvallen. ‘Die traditie heeft de tand des tijds niet doorstaan,’ vertelt Stevie. ‘De jongeren vissen niet meer. De tijden zijn veranderd.’
De zoutvallei van Gozo
Na een paar uur lopen eindigt onze hike in Xwejni Bay. Hier vind je een van de oude tradities van het eiland. Op rotsplateaus wordt zout geproduceerd zoals de oude Feniciërs en Romeinen dat hier ook deden: door zeewater in ondiepe bassins te laten verdampen met hulp van wind en zon.
Wat overblijft is het zout, dat vervolgens alleen nog hoeft te worden verzameld. Toch is het hard werken, vertelt Leli Cini, die al 55 jaar werkt als zoutboer. Hij is een van de laatste op het eiland. ‘Elke onzuiverheid in de zoutpannen halen we met de hand eruit.’
In een kleine grot langs de kustweg naar Marsalforn heeft zijn familie de Salt Shop geopend, waar het gewonnen zout wordt verkocht aan andere eilandbewoners en toeristen. De traditie van het zout maken komt van de kant van Leli’s vrouw Rose. Haar familie produceert al vijf generaties tussen mei en september zout op de rotsen van Xwejni Bay. Rose werkt al vanaf haar tiende op de zoutpannen. ‘Ik heb Leli overtuigd om zoutboer te worden,’ grapt ze. ‘Zo kon hij het werk doen, en ik het geld uitgeven om te shoppen.’
Inmiddels hebben de tachtigers het stokje overgedragen aan hun dochter en schoonzoon. ‘Ik hoop dat we de traditie die onze voorouders hebben opgebouwd kunnen behouden.’ Haar woorden galmen na in mijn hoofd wanneer ik richting het strand van Xwejni Bay trek. Daar lonkt de heldere zee voor een frisse duik. Ik hoop echt dat de traditie van het Gozitaanse zeezout hier op de rotsen blijft bestaan. Hoe dan ook zal het, net als zo veel hier op het eiland, uiteindelijk voortleven in een van de vele legenden.
Lees het hele verhaal op National Geographic.