Werken aan een duurzamere zalmindustrie
Elke zomer trekt de ernstig bedreigde blauwe vinvis naar de kusten van Chili. Hier in de fjorden en baaien baart ze haar jongen en verzamelt ze voedsel. Ook orka’s en dolfijnen voelen zich hier goed thuis in de visrijke wateren, waarvan ook de lokale bevolking al eeuwen profiteert. Dit unieke ecosysteem staat echter flink onder druk door de komst van de kweekzalmindustrie. Een unieke samenwerking van het WWF met de Rabobank en zalmkwekers moet daar verandering in brengen.
Onze wereldbevolking groeit enorm en daarmee ook de vraag naar voedsel. De komende decennia zijn er dan ook jaarlijks miljoenen tonnen aan vis nodig om te voorzien aan deze groeiende vraag. Aquacultuur, het kweken van vis, moet daar een deel van opvangen. Ook de Chileense kust bleek ideaal voor de kweek van vissen en zo’n dertig jaar geleden werden hier de eerste zalmen grootgebracht voor de export. In korte tijd groeide dit uit tot een enorme kweekzalmindustrie.
Inmiddels is het land ’s werelds tweede grootste producent. Met de nodige gevolgen van dien. Overmatig gebruik van chemische middelen en medicijnen en de uitbraak van ziektes zorgden voor vervuiling en massale sterfte van lokale vissoorten. De lokale visserij kwam daardoor onder druk te staan. In 2008 stortte de Chileense zalmindustrie in elkaar toen een zeer besmettelijk virus een groot deel van de kweekzalmen uitroeide. Het was tijdens deze zalmcrisis dat Víctor Hugo Puchi Acuña, een van de pioniers van de Chileense kweekzalmindustrie en directeur van AquaChile, besefte dat er iets moest veranderen. “Hoe kunnen we ons beter wapenen tegen de uitbraak van ziektes? En hoe kunnen we op meer verantwoorde manier werken, zodat onze impact op het milieu kleiner wordt? We hadden niet meteen het antwoord. Het werd een leerproces, maar een hele belangrijke. We willen op de lange termijn nog steeds kunnen profiteren van onze oceaan. Daarom moeten we vooruitdenken hoe we ermee omgaan.”
Partnerschap
Daarvoor zocht de zalmproducent de samenwerking met niet voor de hand liggende partners: de Rabobank, een van de grootste financiers van de Chileense kweekzalmindustrie, en het WWF. De natuurorganisatie is niet per se tegen aquacultuur, maar wel als het te veel impact heeft op het milieu, legt Ricardo Bosshard, directeur van WWF Chili, uit. “Er zijn duidelijke vragen die we moeten aanpakken. Hoe kunnen we de zalmindustrie omarmen zodat het past in de WWF-missie waarin we werken aan een wereld waarin mens en natuur in harmonie leven? Kunnen we ervoor zorgen dat de zalmkweek de omgeving, een belangrijke kraamkamer voor walvissen en dolfijnen, niet verwoest? Hiervoor moesten we wel om tafel met bank en producenten.”
In 2011 sloten Rabobank, WWF een partnerschap met zeven zalmproducenten om te laten zien dat behoud van natuurlijke hulpbronnen, de bescherming van ecosystemen en samenwerking met de lokale bevolking kan samengaan met economisch rendement. In een whitepaper legden ze met elkaar de onderwerpen af, waarmee de verduurzaming van de kweekzalmindustrie vorm moest krijgen. Van biodiversiteit, sociale problemen tot risico-evaluaties van duurzame bedrijfsvoering.
Het WWF startte, met financiële hulp van de bank en de bedrijven, verschillende onderzoeken om de voornaamste bedreigingen voor het zeeleven, zoals walvissen en dolfijnen, in kaart te brengen. Ook kijkt de natuurorganisatie waar de meest waardevolle natuurgebieden liggen en in hoeverre een gezonde zalmkweek afhankelijk is van bescherming van deze natuur.
De input uit deze onderzoeken wordt onder meer gebruikt om lokale bevolking en bedrijven voor te lichten. “We hebben de tools geleverd waarmee producenten de impact van hun bedrijfsvoering konden laten zien”, licht Bosshard toe.
Met deze input hebben de partijen verder samen een handleiding gemaakt die het personeel van de zalmkwekerijen helpt om beter dolfijnen en walvissen te ontzien in hun bedrijfsvoering. Rabobank en WWF organiseren verder gezamenlijk trainingen om zalmkwekers te informeren over de meerwaarde van een gezonde natuur voor hun bedrijf en hoe ze zelf daaraan kunnen bijdragen. De Rabobank kijkt samen met zalmkwekers naar financiering voor de extra kosten die de verduurzaming van hun bedrijven met zich meebrengt.
Sociale problemen
Een van de grootste uitdagingen in de verduurzaming is de relatie met lokale gemeenschappen. Ondanks dat de zalmkwekers werkgelegenheid, onderwijs en gezondheidszorg meebrengen naar de afgelegen gebieden in Zuid-Chili, waar de meeste kwekerijen zich bevinden, blijft de relatie met lokale bevolking heel moeilijk. Die heeft toch vooral last van de kwekerijen, zoals de vervuiling en de impact op visstanden. Toen vorig jaar er een massale vissterfte ontstond na een uitbraak van giftige algen voor de kust, wezen de vissers meteen naar de zalmkwekerijen als de schuldigen daarvoor.
“Het is erg belangrijk dat we de interactie met de gemeenschappen verbeteren”, vertelt Puchi Acuña. “De dialoog met lokale bevolking vormt dan ook een belangrijk onderdeel van dit partnerschap.” De partners spreken met lokale gemeenschappen om hen uit te leggen wat de groei van kweekzalmindustrie voor hen betekent en hoe eventuele negatieve gevolgen kunnen worden tegengegaan. “We moeten meer ontdekken waar zij behoefte aan hebben en hen meenemen in de verduurzaming”, legt Puchi Acuña uit. “Tegelijk willen we hen laten zien dat het beschermen van de oceaan en de kust ook een positieve invloed op hun leven heeft. Samen moeten we immers voor verbetering zorgen. Het gaat stap voor stap. Ik heb het idee dat de houding van de mensen langzaam verandert. We waarderen hierbij de inzet van het WWF en de Rabobank.”
ASC-keurmerk
Het partnerschap promoot verder de overstap naar het ASC, het keurmerk voor duurzaam gekweekte vis. De sector heeft onderling afgesproken dat in 2020 de hele Chileense kweekzalmketen moet zijn overgestapt op een verantwoorde bedrijfsvoering volgens de criteria van dit keurmerk. Inmiddels doet 13 procent van de bedrijven dit al. Brenda de Swart, manager duurzaamheid van Rabobank Chili, noemt het een enorme prestatie. “Waar Chili voor de houtsector er 20 jaar over heeft gedaan om deze FSC-gecertificeerd te krijgen, zit de zalmkweeksector met ASC binnen twee jaar al op 13 procent. Er zijn momenteel heel veel bedrijven hier serieus mee bezig dus we kunnen verwachten dat dit percentage aan het eind van dit jaar nog flink hoger zal zijn.”
Ook AquaChile is al lang gecommitteerd om haar zalmkwekerijen en de hele keten eromheen gecertificeerd te krijgen. Puchi Acuña: “Het is een proces dat in stappen plaatsvindt. Het gaat niet alleen om milieu, maar ook om sociale impact en bijvoorbeeld het juiste gebruik van medicijnen, zoals antibiotica.” Dit noemt de directeur als een van de grootste uitdagingen daarbij. “We hebben medicijnen nodig voor de kwaliteit van de vissen die we exporteren. We hebben daar al veel stappen in gemaakt, en gebruiken alleen de medicijnen die zijn toegestaan. Het blijft een proces waar we mee bezig blijven.”
Het partnerschap kan zeker een succes worden genoemd, stelt WWF-directeur Bosshard. “We moesten we allemaal van onze normale manier van werken afstappen, uit onze comfortzone komen, om echt met samen levens te veranderen. En daarmee zijn we een eind op weg. Ik geloof echt dat we iets bijzonders met elkaar hebben bereikt. Maar het is nog maar een stap op een lange weg. Zalmkweek blijft impactvol op de naaste omgeving, dus dit is een verhaal waar we continu aan moeten blijven werken.”
Future of Food Week
Van zalmteelt in Chili tot melkveehouderij in Nederland. De natuurorganisatie werkt samen met de bank in een partnerschap met boeren om te verduurzamen. Wat levert deze samenwerking op? En hoe gaat het om te werken met drie zulke verschillende partners? De interviews zijn gepubliceerd op de website van RTLZ in het kader van Future of Food week en op RTL Nieuws (3 tot en met 7 juli 2017).