Hoger en verder met drones

Het kabinet wil meer ruimte geven aan het gebruik van drones. ‘Verruiming van de regelgeving voor onbemande luchtvaartuigen gaat economische en maatschappelijke kansen bieden voor bedrijven en overheden. Daarbij wordt steeds een goede balans gezocht met maatschappelijke belangen als veiligheid en privacy,’ stelt Jan Willem van Dijk van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW).

Drones worden al ingezet voor politiewerk, maar ook Rijkswaterstaat, brandweer, waterschappen en woningcorporaties zetten drones in om hun werk makkelijker te maken. Amazon staat te trappelen om pakketjes te bezorgen en andere aanbieders willen er boodschappen of fastfood mee aan huis afleveren. Wordt het luchtruim niet veel te druk? ‘Dat valt nu nog wel mee’, lacht Jan Willem van Dijk, innovatiemanager bij IenW. ‘Drones vliegen vooral in het wat lagere luchtruim.’

Bij drones denken veel mensen vooral aan de consumentenvliegtuigjes die je in elektronicazaken kunt kopen. ‘Maar’, zegt Van Dijk, ‘het zijn juist professionele drones die economische en maatschappelijke meerwaarde hebben. Ze zijn een nieuwe vorm van mobiliteit, die we ook steeds meer in de stedelijke omgeving zullen zien. Dat brengt nieuwe vraagstukken met zich mee: hoe bewaak je de veiligheid? Hoe zorg je ervoor dat de beelden veilig zijn zonder dat er mensen zichtbaar zijn die dat niet willen? Wat is maatschappelijk acceptabel? Dat wordt een zoektocht de komende jaren.’

Ook is er samenwerking nodig tussen partijen die elkaar tot voor kort niet nodig hadden. Van Dijk: ‘In de landbouw hebben boeren door het gebruik van drones ineens met luchtvaart te maken en dat levert heel nieuwe verbanden op. Bijvoorbeeld van agrariërs die samenwerken met dronebedrijven bij de bescherming van gewassen, maar ook bouwbedrijven die hun bouwterrein willen monitoren en die ineens met luchtvaartinstanties als de Luchtverkeersleiding te maken hebben. Samen met al die partijen kijken we welke kansen drones bieden en hoe we die veilig kunnen faciliteren.’

Toepassingen

In de afgelopen jaren zijn rondom vliegvelden en bestaande testcentra in Enschede, Groningen, Marknesse, Valkenburg en Woensdrecht test- en innovatiecentra opgericht die zich hebben verenigd in het Dutch Drone Platform. Hier wordt gebouwd aan drones, dronetechnologie en uiteenlopende toepassingen. Vooralsnog zijn de meeste bedrijven vooral gericht op export, vertelt Marc Sandelowsky, programmanager van Space53. ‘Zo helpen de drones van startup Avy om in Afrika over olifanten, neushoorns en andere bedreigde diersoorten te waken en worden de drones van Robird gebruikt om nestelende vogels weg te jagen van het vliegveld van het Canadese Edmonton.’

Bij vliegveld Groningen-Eelde werkt stichting DroneHub GAE aan de integratie van onbemande en bemande vluchten, vertelt Egbert Swierts, oprichter van de stichting en zelf dronepiloot. Want ook de reguliere luchtvaart krijgt meer met drones te maken. Daarnaast werkt DroneHub GAE samen met onderzoekers, overheden en bedrijven aan een aantal andere proposities met drones, zowel in de agrarische sector als in de zorg. Swierts: ‘Drones kunnen worden ingezet voor de inspectie van gewassen als in de zorg, maar ook om dunbevolkte gebieden leefbaar te houden, bijvoorbeeld door de bezorging van medicijnen of het ophalen van bloedmonsters.’ De stichting heeft net, samen met UMCG Ambulancezorg, een proefproject afgerond met medicijnvervoer naar de Waddeneilanden.

Europese wetgeving

Vooralsnog zijn het vooral publieke organisaties die voorop lopen met toepassingen voor drones. Zij mogen die momenteel als eerste gebruiken, legt Sandelowsky uit. ‘Een voorbeeld is een proef met een semi-automatische handhavingsdrone. Het is geen product dat morgen al verkocht zal worden, maar een proof of concept. Het ministerie van Justitie en Veiligheid is bereid geweest erin te stappen, wetend dat het geen concreet product is. Dat vind ik heel mooi.’

Op 1 juli 2020 gaat Europese wetgeving in die nieuwe kansen biedt voor drones en de weg vrijmaakt voor innovaties. Nu moet een drone bijvoorbeeld nog binnen het zicht van de bestuurder blijven. Van Dijk: ‘Straks wordt het gemakkelijker om met een drone dijken te inspecteren, doordat je er niet langer achteraan hoeft te rijden. Verder zijn de regels straks duidelijker voor registratie van de gebruiker van de drone, maar ook bijvoorbeeld voor waar je wel of niet mag vliegen.’

De nieuwe Europese wetgeving geeft weliswaar meer ruimte aan het gebruik van drones in de professionele sfeer, maar niet direct voor onderzoek en ontwikkeling van innovatieve dronetechnologie en -toepassingen, stelt Sandelowsky. ‘Hoe kom je tot de inrichting van zones, waarin we net een stap verder kunnen gaan dan elders in het land? Om nieuwe robottechnologie en -toepassingen in snel tempo naar de markt te brengen, is testruimte nodig. Wij willen een zone waarin we met de meest vooruitstrevende technologie aan de slag kunnen, waarbij veiligheid natuurlijk voorop staat. Dat kan nu ook al wel, maar we moeten hier steeds vooraf ontheffing voor aanvragen. Wat we nodig hebben, is een structureel stelsel van vergunningen.’

Als Nederland voorloper wil zijn, mag er wel een tandje bij, stelt Swierts. ‘Dat overheden vaker als launching customer optreden, zoals momenteel Rijkswaterstaat en ProRail doen, is een goede eerste stap.’ Sandelowsky: ‘Dat hebben we meer nodig. Veel liever dan een subsidie, heb ik een klantvraag vanuit de overheid.’

Lees het artikel in de special Smart Mobility van magazine Publiek Denken.

You may also like