‘Je leert een taal niet om een toets te kunnen maken’

Bijna 10 jaar geleden startte OBS De Blaak in Tilburg met vroeg vreemdetalenonderwijs (vvto). Hoe verliep de invoering hiervan en wat bracht ’t allemaal? Inmiddels krijgen alle kinderen van groep 1 tot en met 8 van OBS De Blaak al jarenlang Engels, beschikt deze school over een vvto-accreditatie en hebben nagenoeg alle leerkrachten scholing gehad om op hoog niveau hun lessen te kunnen aanbieden.

Dat is onder meer te danken aan vvto-coördinator Yvonne Geradts. “Het gaat erom dat we kinderen de mogelijkheid bieden om in andere talen te kunnen communiceren, en daar al heel vroeg mee beginnen”, stelt ze op de vraag waarom ze vvto zo belangrijk vindt. “Hoe eerder je een taal aanbiedt, hoe gemakkelijker kinderen het oppikken. Door ons Engelstalige onderwijs geven we hen de mogelijkheid om later de wereld in te kunnen trekken als ze dat willen.”

Stappen bepalen

Vroeg vreemdetalenonderwijs was dan ook de focus in de studie die Geradts afrondde, voordat ze aan de slag ging bij OBS De Blaak. Met die achtergrond was haar opdracht op OBS De Blaak duidelijk: vvto integreren in het onderwijs.

Maar hoe begin je? “We zijn gaan kijken naar waar we naartoe wilden. Wat willen we bereiken met onze leerlingen? Welke stappen moeten we maken en wat moeten we aanscherpen om daar te komen?”

Een van de belangrijkste keuzes die Geradts als coördinator maakte is om alle leerkrachten bij te scholen in Engels. “Als wij van onze leerlingen vragen dat ze Engels met ons gaan praten, moeten wij expertise in huis halen en zorgen dat onze collega’s gecertificeerd zijn en hun taalvaardigheid op goed niveau is. Anders kun je je verhaal niet goed verkondigen.”

Vertrouwen

Wat typisch is voor de aanpak van OBS De Blaak is dat er geen druk op zit. Geradts: “We willen de leerlingen de mogelijkheid geven om gewoon fouten te maken, er van te leren en zo in hun zelfvertrouwen te groeien.”

Yvonne Geradts.

Yvonne Geradts.

Het belangrijkste is dat je een taal leert om de taal te leren en niet om een toets goed te kunnen maken, benadrukt ze. “We gaan bijvoorbeeld alleen een toets afnemen op het moment dat het echt verder helpt. Het belangrijkste is dat je vertrouwen krijgt om de taal te spreken.”

Dat geldt voor de leerlingen, maar ook voor de collega’s. Sommigen vinden het spannend om de scholing te doen. “De taalvaardigheidstrainingen kunnen soms best pittig zijn. Ik ga een leerkracht alleen een training laten doen, als ik weet dat hij of zij het kan. Dat overleg ik met iedereen individueel. Want als je eenmaal zelf met vertrouwen de taal spreekt, geef je dat ook weer door naar de leerlingen.”

Geradts heeft voor de school een curriculum opgezet, gebaseerd op CEFR (Common European Framework of Reference for Languages) en ERK (Europees Referentiekader voor de Talen)-standaarden. Met het team is besloten dat leerlingen aan het eind van groep 8 uitstromen met B1-niveau Engels (streefniveau), in groep 6 moeten ze daarvoor A2-niveau halen (functioneringsniveau). “Vanuit dat doel hebben we een vaardigheidslijn opgezet die aangeeft welke stappen we in elke groep moeten maken.”

Keurmerk

Als vvto-coördinator houdt ze de lange termijn in de gaten, onderhoudt ze lijntjes met onder andere Nuffic en bezoekt ze netwerkbijeenkomsten. “We zijn momenteel met elkaar als team bezig de doelen voor de toekomst te bepalen. Zo kijken we bijvoorbeeld hoe meertaligheid een gefundeerde plek kan krijgen in ons onderwijs. Wat is daarvoor nodig voor de leerlingen en leerkrachten?”

Momenteel zit de school in een traject van nieuwe visitatie voor de vvto-accreditatie. Geradts vindt dat accreditatie je als school verder kan brengen. “Het keurmerktraject geeft je toegang tot netwerken, waardoor je de kennis en expertise van anderen kunt gebruiken.”

Het is echter niet per definitie zo dat als je het keurmerk niet hebt, dat je verkeerde dingen doet. “Dat denk ik allerminst. Een accreditatietraject houdt je scherp op de details. Dat is wel heel waardevol. En het was voor ons tegelijk ook een stok achter de deur om alles op orde te krijgen en houden. ”

Begin klein, denk groot

Het team is trots op de resultaten, vertelt Geradts. “Kinderen in de les switchen makkelijk mee van Nederlands naar Engels. De meeste van onze leerlingen die op dit moment uitstromen zitten op een B1 niveau. We hebben ons streefniveau voor een heel groot deel al behaald. Dat willen we verder vasthouden en uitbouwen.”

“Wat ik graag zou willen meegeven aan scholen die willen starten met vvto: begin klein, denk groot. Begin met kleine aanpassingen of toevoegingen in je les. Spreek bijvoorbeeld af om elke dag elkaar in het Engels te begroeten. Daarmee kun je al een groot verschil maken.”

Inmiddels staat OBS De Blaak bekend als vvto-school. Sommige ouders kiezen daarom dan ook bewust voor OBS De Blaak. Geradts: “Anderen komen wel eens terug en zeggen dat ze, nu hun kinderen op de middelbare school zitten, eigenlijk pas door hebben hoeveel ze hier op de basisschool allemaal hebben geleerd.”

Lees het oorspronkelijke artikel op de website van Nuffic.

You may also like