Tijd voor nieuwe verhalen van Molukse Nederlanders

Van KNIL-militairen en treinkapingen tot motorbendes: Molukse Nederlanders kampen met een bepaald imago. Een nieuwe beweging onder jonge generaties is hard bezig dat te doorbreken. ‘Er is een heel ander verhaal te vertellen, over veerkracht en zelfredzaamheid.’

Bijna zeventig jaar geleden werden duizenden Molukkers met hun families naar Nederland gehaald. Als soldaten van het Koninklijk Nederlands Indische Leger (KNIL) waren ze niet meer veilig in Indonesië. Geheel op eigen kracht hebben de Molukkers zich een plek weten te vinden in de Nederlandse samenleving. Dat ging niet zonder slag of stoot. Na hun aankomst in Rotterdam in 1951 werden de Molukse KNIL-veteranen en hun families tijdelijk opgevangen in barakkenkampen in afwachting van terugkeer naar een vrije Molukse republiek. Toen die uitbleef en duidelijk werd dat Molukkers in Nederland zouden blijven, werden deze kampen platgegooid. De overheid verdeelde inwoners van de kampen over het land in zestig speciaal voor hen gebouwde wijken.

Tweede generatie Molukkers

Het leidde tot grote problemen, vooral voor de tweede generatie Molukse Nederlanders in de jaren zeventig en tachtig. Zij konden moeilijk aansluiting vinden in de samenleving. In de Moluks-Nederlandse wijken heerste werkloosheid. Een deel van hen radicaliseerde, een ander deel raakte aan de harddrugs. In 1981 bleek, op basis van ruwe schatting, dat een op de tien jonge Molukse Nederlanders tussen de 18 en 24 jaar heroïne gebruikte. Onder Nederlandse leeftijdgenoten was dat toen 0,6 procent. Voor de Moluks-Nederlandse gemeenschap bleek de afstand tot de arbeidsmarkt en het onderwijs groot. In 2009 werd bekend dat twee derde van de Moluks-Nederlandse jongeren tussen 15 en 30 jaar geen schooldiploma had gehaald.

Hoe anders is dat nu, ruim tien jaar later. Het leeuwendeel van de ongeveer 45.000 Molukse Nederlanders doet het sociaaleconomisch goed, en de integratie lijkt zodanig te zijn voltooid dat ze daarom onder meer niet meer als aparte groep worden geregistreerd in de landelijke statistieken. Landelijke onderzoeken worden dan ook niet meer gedaan naar Molukse Nederlanders, legt Fridus Steijlen uit. Hij is hoogleraar Molukse Migratie en Cultuur in Comparatief Perspectief aan de Vrije Universiteit (VU) te Amsterdam. ‘Maar dat betekent niet dat er niet veel gebeurt in de Moluks-Nederlandse gemeenschap in ons land. Volgend jaar is het zeventig jaar geleden dat de Molukkers naar Nederland kwamen. Steeds meer mensen vragen zich af: ‘Hoe zit het met onze positie?’ Jongere generaties willen weten waarom Nederland zo met hun opa’s en oma’s is omgegaan. Er is een nieuwe beweging op gang gekomen die meer bezig is met bewustwording, met de Molukse geschiedenis. Er is grote behoefte aan kennis en identiteit.’

Allerlei initiatieven voorzien in die behoefte. Zo zet de stichting Building the Baileo zich in voor het behoud en overdracht van de oorspronkelijke Molukse cultuur en identiteit, die van de Alfoeren, en laat het project Verloren Banden met oude videobanden de veerkracht zien van de Moluks-Nederlandse wijk in Vaassen in de jaren tachtig. Ook zijn er andere culturele netwerken ontstaan, zoals Awareness Moluccan Identity (AMI), een creatief platform en stichting opgericht door kunstenaars en creatievelingen met Molukse roots. Er is weer meer interesse in traditionele cultuur en muziek.

Het team van Building the Baileo met kerst.

Het team van Building the Baileo met kerst.

Politiek

Ook politiek roeren Molukse Nederlanders zich weer meer. Zo organiseerden Moluks-Nederlandse jongeren in Hoorn samen met andere organisaties antiracismedemonstraties bij het standbeeld van J.P. Coen. Tijdens de afgelopen coronamaanden vonden op tal van plekken in het land manifestaties plaats van Moluks-Nederlandse jongeren die met vlaggen van de RMS (Republik Maluku Selatan, de vrije Molukse republiek) zwaaiden. Dat deden ze in solidariteit met leeftijdgenoten op de Molukken zelf, waar ook een hernieuwde interesse is ontstaan voor het vrijheidsideaal. Spreken over de RMS is in Indonesië echter nog steeds taboe, en de overheid daar grijpt hard in tegen de Molukse demonstranten. Ook krijgt de inheemse bevolking van het eiland Seram steun van Molukse Nederlanders in hun protest tegen de komst van houtkap- en plantagebedrijven die hun regenwoud willen kappen. Dankzij social media zijn de banden met het moederland veel nauwer dan vroeger.

Lees het hele artikel online op De Kanttekening.

 

You may also like