Stadsmakelaar Den Haag: ‘We kunnen beter de krachten bundelen’
In Den Haag werken gemeente, Haagse Hogeschool, Hogeschool Inholland en de Universiteit Leiden al jaren in stadslabs in de wijken. Annet van Otterloo zorgt als Stadsmakelaar sinds begin dit jaar voor de verbinding en kennisdeling tussen al die initiatieven.
Er is de afgelopen jaren namelijk een enorme versnippering ontstaan onder al die stadslabs. Een gezamenlijkheid ontbreekt en ieder stadslab vindt weer het wiel voor zichzelf opnieuw uit. Met als gevolg dat het werken in stadslabs een ad hoc karakter heeft gekregen en dat de aansluiting tussen de stadspraktijk en de onderwijspraktijk gebrekkig is.
Daarom besloten de vier partners in Den Haag te gaan werken aan een systematische verbetering van de verschillende aanpakken en een betere aansluiting met de curricula van de opleidingen. Alleen zo kan een duurzame inzet van studenten, docenten en onderzoekers worden gewaarborgd. Annet van Otterloo werd aangetrokken om als communicator, kennismakelaar en ontwikkelaar tussen alle initiatieven te fungeren. Samen met een stuurgroep werkt ze aan de verbetering van de Haagse stadslabs.
Je bent nu een paar maanden bezig als Stadsmakelaar. Wat ben je allemaal tegengekomen?
Van Otterloo: “Ik snap wel waarom deze rol is gecreëerd. Er was best veel versnippering van projecten en stadslabs. Nog niet alles voldoet aan de definitie van een Stadslab. Er kan veel meer worden verbonden. Er gebeurt veel, zonder dat we van elkaar weten wat we doen. Ik ben nu bezig in kaart te brengen wat er allemaal loopt en waar de zwaartepunten liggen. Je ziet dat studenten bijvoorbeeld veel dezelfde wijken intrekken met hun onderzoeken. Dat is niet zo handig, dan krijg je dat mensen moe worden van al die studenten aan hun deur. Hoe kunnen we dat beter in kaart brengen? Ik kijk ook naar het onderwijs. Er zijn best veel projecten in de hoek van het sociaal domein en gezondheid, maar ik ben bijvoorbeeld heel weinig tegengekomen op het thema veiligheid. We kunnen beter krachten bundelen en effectiever te werk gaan. Ook is het verschil tussen een project of stadslab onduidelijk.”
Hoeveel stadslabs zijn er in Den Haag?
“Ik hou niet precies het aantal bij van al de initiatieven die er lopen, maar ik kijk meer hoe we de initiatieven aan elkaar kunnen verbinden. Ik schat dat er tussen vijf en dertig stadslabs zijn in Den Haag, afhankelijk van de definitie. Mijn rol is meer om de instellingen en gemeente beter te laten weten van elkaars initiatieven, zodat we het samen naar een hoger plan kunnen tillen.”
Wat versta jij precies onder de naam stadslab?
“Het is een project waarbij meerdere partijen samen experimenteren, co-creëren en testen in een levensechte omgeving. Niet één onderzoeksinstelling of één school, maar juist de samenwerking van verschillende partijen. Dat is de meerwaarde. Samen bepaal je dan de kaders, en wanneer je de term stadslab gebruikt. Aan de ene kant is er niets mis mee dat het om uiteenlopende projecten gaat, aan de andere kant wil je wel wat algemene randvoorwaarden neerzetten.”
Kun je een voorbeeld noemen van een stadslab?
“Duindorp is een wijk, gelegen achter de duinen, naast Scheveningen, waarover de gemeente zich zorgen maakt. Onder meer vanwege het xenofobe imago van de wijk. Een van de Stadslabs is in samenwerking met bewoners en instellingen op een andere ,meer gelijkwaardige manier gaan kijken: wat is hier nu echt aan de hand, wat zit er achter dat imago? Hiervoor hebben onderzoekers en studenten van de Haagse Hogeschool publieke dialogen georganiseerd met wijkbewoners en professionals. Gezamenlijk werken ze tegen de achtergrond van maatschappelijke spanningen, aan de betere omgang met concrete lokale problemen. Dit is een goed voorbeeld van wat een Stadslab moet hebben als element: het gelijkwaardig betrekken van inwoners. Wat bleek? De toewijzing van woningen is volgens de instellingen rechtmatig en dus goed, maar volgens de oude Duindorpers is het onrechtvaardig en dus niet goed. De twee partijen denken vanuit het eigen gelijk en praten langs elkaar heen. Dat zorgt voor spanningen. Uit de gesprekken kwamen we erachter dat het allemaal erg gevoelig ligt maar je vanuit een lab echt verschil kunt maken. Er wordt nu bijvoorbeeld op een nieuwe manier samengewerkt tussen gemeente en bewoners om een oud schoolgebouw in de wijk tot betaalbare woningen te maken die aansluiten op de wensen van de stad en de bewoners.”
Met wat voor partners werk je allemaal in de stad?
“Naast gemeente en de drie onderwijsinstellingen werk ik graag samen met bewoners-, en ondernemersverenigingen en stichtingen. We willen meer professionals in de wijken verbinden met de kennisinstellingen. Zodat we echt uitwisseling van expertise krijgen. Iedereen moet gelijkwaardig aan tafel zitten: professionals, wijkbewoners, studenten, ambtenaren, onderzoekers. Iedereen moet elkaar met respect en waardigheid behandelen en kijken wat je van elkaar kan leren.”
Hoe staat je werk in relatie tot de City Deal Kennis Maken?
“De City Deal gaat over het creëren van een rijke leeromgeving. Ik denk dat de stadslabs een rijke leeromgeving vormen. Maar we moeten er wel met zijn allen bovenop zitten. De stad heeft veel te bieden, maar ook de studenten en kennisinstellingen. Er is daarvoor wel een infrastructuur nodig om die uitwisseling te laten slagen. Het is goed om studenten zo vroeg mogelijk in de realiteit te laten werken, denk ik. Samenwerken wordt immers steeds belangrijker in onze samenleving.”