‘Integriteit is topsport’
Wat is de rol van de burgemeester bij integriteitskwesties? En hoe gaan we om met de verharding in de politieke arena en de vaak op de persoon gerichte aanvallen? In opdracht van het ministerie van BZK schreven Gerd Leers, voormalig burgemeester van Maastricht en waarnemend burgemeester van de gemeente Brunssum, en prof. mr. Hansko Broeksteeg, hoogleraar staatsrecht aan de Radboud Universiteit, allebei een essay over bestuurlijke integriteit op decentraal niveau.
Integriteit staat de laatste jaren, als fundament voor behoorlijk bestuur en het democratisch bestel, steeds hoger op de agenda. Niet voor niets is onlangs een eerste wetsvoorstel integriteit door de Eerste Kamer aanvaard en zet het ministerie van BZK deze kabinetsperiode in op de versterking en verbetering van het huidige integriteitsbeleid. Wat voor normen en procedures kunnen worden gebruikt om integriteit te bevorderen? Tot nu toe ging de aandacht vooralsnog vooral uit naar screening vooraf van politieke ambtsdragers.
Toetsingscommissie integriteit
Waar zowel Leers als Broeksteeg voor pleiten in hun essays, is de instelling van gemeentelijke en provinciale toetsingscommissies voor integriteitsonderzoek. Die moeten volgens Broeksteeg de rol van de burgemeester beschermen bij integriteitskwesties. “De burgemeester heeft weliswaar een wettelijke taak om de integriteit in de gemeente te bewaken, maar om hem of haar zelf dat onderzoek te laten uitvoeren, dat brengt toch bepaalde risico’s met zich mee. Van oudsher is de burgemeester een politieke ambtsdrager die boven de politieke partijen staat, maar je ziet dat hij of zij dan vaak wordt meegetrokken in het politieke strijdgewoel. Ik denk niet dat dit wenselijk is.”
Een toetsingscommissie kan de burgemeester uit deze strijd houden. Zo’n commissie kan volgens Broeksteeg bestaan uit onafhankelijke personen, te vergelijken met bijvoorbeeld een gemeentelijke bezwaarschriftencommissie of een gemeentelijke rekenkamer. “Het gaat om mensen die verstand hebben van dit soort procedures. De commissie onderzoekt meldingen van mogelijke integriteitsschendingen, maar kan bijvoorbeeld ook voorafgaand aan een periode van bestuur wethouders toetsen op integriteitsvraagstukken.”
Leers is het daarmee eens. Volgens de voormalige burgemeester van Brunssum en Maastricht wordt integriteit te vaak betrokken in politieke spelletjes en discussies, waardoor een burgemeester risico’s loopt. “Integriteit is niet alleen maar regels en codes, maar gaat ook om gedrag van betrokkenen. Integriteit is topsport, je moet er dagelijks aan werken. Je kunt niet achterover leunen omdat je alle regels en verordeningen op orde hebt. Je ziet vaak dat mensen worden beschuldigd van bepaalde handelingen of gedrag puur vanuit politieke overwegingen. We noemen dat wel integritisme.
“Om dat te voorkomen moeten we vaker met elkaar praten, met elkaar bewust zijn van wat integriteit is en het op een zorgvuldige manier toetsen. Daarom is zo’n commissie van belang. Die moet niet inhoudelijk gaan oordelen, maar mensen helpen de juiste beslissingen te nemen. Als er twijfels zijn dan moeten de commissies de goede procedures bewandelen, ervoor zorgen dat er onderzoek komt en keuzes worden gemaakt, en ook de burgemeester terzijde kunnen staan. Eigenlijk is het dus een instrument ter waarborging van de goede gang van zaken in een gemeente.”
Verinnerlijking van integriteit
Hoe zouden zorgvuldige integriteitsprocedures er uit moeten zien? Wat hoort er in thuis? Leers: “We hebben in Nederland een hele set van regels en afspraken gemaakt. Deels staan deze ook in de wet, deels gaat het om lokale besluiten en reglementen van orde. Al die regels bij elkaar geven al een raamwerk. Kijk naar het voorbeeld met Khadija Arib in de Tweede Kamer. Had men daar van te voren bepaald wat er in een dergelijk situatie had of zou moeten gebeuren, dan had je niet de beschuldiging gehad van een persoonlijke afrekening.”
“Daarom is het zo belangrijk dat je met elkaar, in een college of raad, dit soort regels bespreekt. Die moeten gaan leven, politici moeten deze regels gaan verinnerlijken. Dat vind ik de basis, en die is niet meteen makkelijk. Verinnerlijken vereist op de allereerste plaats helderheid en duidelijkheid in de afspraken. Je kunt pas ergens houvast aan verlenen als je precies weet wat je met elkaar hebt afgesproken. Naast alle wettelijke bepalingen en regels moet er ook in gemeenteraden ontzettend veel aandacht komen om integriteit met elkaar door te spreken, en te zoeken naar situaties die zich kunnen voordoen, bijvoorbeeld door het bespreken van casussen. Daar kan zo’n commissie ook bij helpen.”
Een voorbeeld is hoe het zit met de rol van de burgemeester. Broeksteeg: “Volgens de wet heeft de burgemeester de zorgplicht voor integriteit, maar er gaan geen bevoegdheden mee gepaard. Hij of zij heeft dus geen concrete handvatten om ernaar te handelen. Daar zou je dus een goede procedure voor moeten bedenken. Hoe zet je de burgemeester niet in het middelpunt van de besluitvorming rond integriteitskwesties? Een voorbeeld is wanneer een gemeenteraad op voorstel van de burgemeester een besluit neemt tot een berisping van een raadslid. Dan bestaat het risico dat de burgemeester wordt meegetrokken in de politieke discussie daarover.”
Leers onderstreept dat van harte vanuit zijn eigen ervaring in Brunssum, waar de toenmalige burgemeester zelf de integriteit wilde aanpakken. “Vanuit zijn gedrevenheid het probleem op te pakken zocht hij wanhopig naar extra instrumenten maar kwam hij uiteindelijk zelf met zijn vingers tussen de deur. De burgemeester moet niet gedwongen worden in de rol van sheriff of rechter. Voorkom dat hij of zij zelf onderwerp wordt van het geheel.”
Lees het hele artikel op Politieke Ambstdragers.