‘Met de kracht van vrouwen komen mooie dingen los’
Op 4 juli debatteert de Tweede Kamer over het nieuwe kabinetsbeleid op Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR). Het wordt een van de laatste debatten van Kathleen Ferrier. Tien jaar lang was ze Kamerlid voor de CDA. In september stopt ze. Simavi sprak met haar voorafgaand aan haar afscheid.
Kathleen Ferrier kreeg de afgelopen tien jaar als Kamerlid onder meer bekendheid toen ze Cuba werd uitgezet omdat ze met dissidenten wilde praten, omdat ze opkwam voor de jonge Angolese asielzoeker Mauro en toen ze voor een kritische noot zorgde binnen haar eigen partij over de samenwerking met de PVV van Geert Wilders. Vooral werd ze ook bekend vanwege haar betrokkenheid bij ontwikkelingssamenwerking, de portefeuille die ze nu als woordvoerder heeft. Zo stond ze vorig jaar september tijdens de Estafette voor Wereldmoeders samen met Simavi op het Plein om aandacht te vragen voor moedersterfte. Via het Meerpartijen Initiatief HIV/Aids en SRGR, dat ze samen met collega Ewout Irrgang van de SP opzette, brengt ze mede-Kamerleden in contact met deskundigen en NGO’s om kennis te krijgen over de actuele situatie in de strijd tegen HIV/Aids en moedersterfte. En om deze onderwerpen zo in de politieke aandacht te houden.
Hoe moet het nu verder met het Meerpartijen Initiatief nu je weggaat?
“Ik laat voor mijn gevoel een duidelijk mandaat na voor mijn opvolgers: dat ze dit onderwerp op de agenda houden. Het MeerPartijen Initiatief is dankzij Gerdi Verbeet breder uitgegroeid naar Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR), maar ik weet na tien jaar hoe lastig het is om het op de agenda te houden. Belangrijk is het dan ook om het initiatief bij iemand goed achter te laten. Ik heb er vertrouwen in dat er genoeg deskundige en betrokken mensen in de Kamer zijn.”
Waarom vind je het zo belangrijk dat het op de agenda blijft?
“Omdat het alles te maken heeft met basis mensenrechten. Het gaat om de meest simpele voorbeelden, zoals doodgaan tijdens bevalling omdat er geen vroedvrouw bij aanwezig is. Het lijkt heel logisch en eenvoudig om dit probleem hier in de Kamer aan te pakken, maar het kost voortdurend inspanning.”
Hoe ben je zelf zo betrokken geraakt bij vrouwenrechten en gezondheid?
“Dat heeft alles te maken met mijn eigen achtergrond, als vrouw die in Suriname is geboren en die op verschillende plekken is opgegroeid. Ik kom uit een familie met sterke vrouwen. Ook heb ik heel veel geleerd door in Latijns-Amerika te werken. Daar heb ik geleerd hoe cruciaal de rol van vrouwen is in de samenleving. Vrouwen komen altijd met de meest praktische oplossingen als je het aan hen overlaat. Dat komt vaak omdat ze in hun eentje de verantwoordelijkheid dragen voor het voeden en opvoeden van hun kinderen. Door vaak simpele manieren en oplossingen wordt hun kracht goed zichtbaar. Als je die kracht de ruimte geeft, komen er mooie dingen los. De emancipatie van vrouwen in Nederland is veel minder vanzelfsprekend dan we vaak denken.”
Hoe bedoel je?
“Wat betreft de toegang tot gezondheidszorg is het bij ons als het paradijs op aarde. Alleen zie je dat vrouwen in Afrika en Latijns-Amerika beter hun krachten bundelen dan hier.”
Hoe kunnen vrouwen met die krachten de situatie rond gezondheidszorg veranderen dan?
“Waar vrouwen in ontwikkelingslanden vooral mee te maken hebben zijn onwillige bestuurders. Ik vind het dan ook erg belangrijk dat we in onze ontwikkelingssamenwerking inzetten op zelfredzaamheid van mensen. Zodat mensen hun eigen bestuurders naar huis kunnen sturen als ze ontevreden zijn. Het gaat om een soort pragmatisme van onderaf. Dat vind ik erg mooi. Vrouwen zijn daarnaast heel handig om bestuurders maar te laten kletsen en tegelijkertijd hun eigen ding te doen. Dat is de kracht die ik bedoel.”
Op 4 juli staat het nieuwe SRGR-beleid ter discussie in de Tweede Kamer. Wat vind je van dit beleid?
“Allereerst vind ik het ontzettend goed dat Seksuele en Reproductieve Rechten en Gezondheid (SRGR) een van de vier speerpunten van dit kabinet is binnen de ontwikkelingssamenwerking. Dat stelt me gerust. Het gaat rechtstreeks in tegen de vanzelfsprekendheid dat men hier voor kiest. Door in te zetten op dit soort dingen maak je enorm veel krachten los. Een punt van aandacht is wel dat we erop blijven toezien dat op het ministerie de deskundigheid over gender en gezondheid op peil blijft.”
Hoe zwaar telt binnen dat beleid het belang van de basisgezondheidszorg?
“Dat vind ik fundamenteel. Ik ben in Mozambique een keer in een ziekenhuis op de kraamafdeling geweest. Vrouwen kregen daar twintig minuten de tijd om bij te komen na een bevalling. Met zijn drieën in een bed. Daarna moesten ze weer weg. Naast de kraamafdeling lag een hele moderne afdeling met allemaal mooie bedden, apparaten en lampen, gefinancierd door het Amerikaanse PEPFAR (President’s Emergency Plan For AIDS Relief). Die afdeling was bedoeld voor andere doeleinden en aidspatiënten en niet voor basisgezondheidszorg. Je kunt in je aandacht voor HIV/Aids ook doorschieten, vind ik. Als we het hebben over basisgezondheidszorg binnen SRGR denk ik aan eenvoudige dingen. Een vroedvrouw langs je bed, bloedstelpende middelen. Het is heel simpel en toch is heter niet altijd, helaas.
Er is veel discussie over de toekomst van ontwikkelingssamenwerking. Hoe zie jij die?
“Qua budget denk ik dat het heel erg urgent is dat we wereldwijd goed gaan nadenken hoe we verder gaan na 2015, als de millenniumdoelstellingen aflopen. Wat mij betreft bepalen we nu hoe we straks middelen gaan werven en inzetten. Verder veranderen de verhoudingen in de wereld. We gaan veel meer werken op basis van gelijkwaardigheid. De tijd is voorbij van het noord-zuid denken en dat je een deel van je budget reserveert voor armoedebestrijding. Vanuit gelijkwaardiger relaties moeten we vooral inzetten op de algemene publieke goederen: water, voedsel en energie. Daar moeten we afspraken over maken.”
En jij? Hoe ziet jouw toekomst er nu uit na tien jaar Kamerlidmaatschap?
“Dat weet ik nog niet. Ik vind het in ieder geval interessant om internationaal te werken en iets te doen op het snijvlak van ontwikkelingssamenwerking en duurzaamheid. Maar ik doe het rustig aan. Er zijn nu eerst nog een paar belangrijke debatten waar ik me op richt, en daarna ga ik afstand nemen. Ik wil in ieder geval niet alleen maar kleine dingetjes doen, zoals voorzitterschappen in raden van toezicht, waarvoor ik al benaderd ben. Ik wil wel een echte baan.”
Gepubliceerd op de website van Simavi.