Nieuw leven voor Amsterdams agressieprotocol voor ambtsdragers
Op de dag dat burgemeester Halsema buiten haar ambtswoning geconfronteerd werd met boze Ajaxsupporters vanwege de kampioenshuldiging die niet doorging, presenteerden raadsgriffier Jolien Houtman en coördinator Veiligheid Politieke Ambtsdragers Nikè Verhoeve het nieuwe agressieprotocol voor ambtsdragers aan de Amsterdamse gemeenteraad. ‘Er zullen altijd mensen zijn die het flink met je oneens zijn, maar er zijn grenzen in het uiten hiervan.’
Een agressieprotocol voor wethouders, burgemeester, raadsleden, stadsdeelcommissies en dagelijkse bestuurdersleden kenden ze al langer in Amsterdam. Vorige maand kreeg het een nieuw leven ingeblazen met een meldpunt, waar ambtsdragers terecht kunnen wanneer ze te maken krijgen met intimidaties, bedreigingen en andere vormen van agressie. Dat meldpunt wordt gevormd door raadsgriffier Houtman en door Verhoeve, die verantwoordelijk is voor de beveiliging en veiligheid voor de politieke ambtsdragers.
Wat is de aanleiding om het agressieprotocol te vernieuwen?
Verhoeve: “Helaas nemen agressie en geweld de laatste jaren toe. Als politieke ambtsdrager wil je politiek benaderbaar zijn, maar het moet wel gewoon blijven. Helaas is dat niet meer zo. Het lijkt steeds gekker te worden. Dat vind ik een zorgelijke ontwikkeling in de huidige maatschappij. Dat heeft nogal wat consequenties voor de mensen in hun ambt, maar ook voor de processen en maatregelen om hen heen. Denk hierbij aan de veiligheid van de privéwoning, hoe de post binnenkomt, het doen van aangifte en de contacten met politie en het Openbaar Ministerie. Het is bijna een fulltime job om dat goed voor elkaar te krijgen.”
Houtman: “Een andere aanleiding voor het nieuw leven inblazen van het agressieprotocol is dat we een gemeentesecretaris hebben die dit onderwerp heel belangrijk vindt vanuit goed werkgeverschap. Er moet een goed vangnet voor politieke ambtsdragers zijn. Ze kunnen bij ons terecht. Juist aan het begin van de nieuwe raadsperiode wilden we daarom het agressieprotocol weer eens onder de aandacht brengen.”
Hoe werd het ontvangen op de raadsavond?
Verhoeve: “Er was een hoop herkenning bij de raadsleden die avond. Je zag dat mensen al ervaringen hadden met agressie en geweld en blij waren dat we even onze gezichten toonden en het onderwerp niet onder stoelen of banken wordt geschoven. Je krijgt als raadslid dit soort ongemakken er nu eenmaal bij tegenwoordig. Daar moeten we aandacht aan besteden. Dat werd als prettig ervaren. De politie was er ook om vragen te beantwoorden. Zo kregen de raadsleden echt het gevoel dat er een goed vangnet is.”
Wat houdt het protocol precies in?
Houtman: “Het is een handelingsperspectief van hoe je als raadslid geholpen kan worden. Dat begint met het meldpunt. Ga naar je griffier en vertel wat er aan de hand is. Dan zet ik het door. Alle meldingen nemen we mee. Samen kijken we hoe we er verder mee gaan. Aangifte doen doe je bijvoorbeeld op het adres van de gemeente, en nooit op je privéadres. In hoeverre wil je geholpen worden, of pak je het zelf op? Is er een vervolg nodig of niet? Wil je aangifte doen? Moet er iemand mee gaan om dat te doen?”
Gaat het meer meldingen opleveren?
Houtman: “Ja, dat denk ik wel. We hebben we er nu dus meer aandacht voor met het agressieprotocol dat we hebben afgestoft. Ook hebben we nu Nikè Verhoeve die er vol bovenop zit. Voorheen was het verdeeld over een aantal mensen en bleef het nog weleens liggen, waardoor het onduidelijk was.”
Verhoeve: “Als je het nieuwe meldpunt onder de aandacht blijft brengen, en je zorgt voor een goede afhandeling en terugkoppeling richting betrokkenen, dan zal de drempel om te melden lager worden en denk ik dat er meer gaat uitkomen.”
Wat voor nazorg bieden jullie?
Verhoeve: “Er zijn verschillende stappen mogelijk. In het gesprek proberen we de melder wat rust te geven, of te helpen relativeren wat er is gebeurd. Lukt dat niet, dan kunnen we professionele hulp inzetten vanuit de organisatie. Denk aan slachtofferhulp of een psycholoog. Eventueel kan dus ook iemand mee om aangifte te doen. Op het gebied van beveiliging kunnen we bovendien hulpmiddelen inzetten. Denk aan het plaatsen van beveiligingscamera’s thuis, attentieknoppen of zelfs aanwezigheid van fysieke beveiliging. Dit doen we allemaal in samenspraak met de politie en uiteraard de betrokkene zelf.”
Zijn jullie voldoende toegerust om je werk goed te doen?
Houtman: “Ja. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik werk in een grotere gemeente, waar we de structuur hebben waarin mensen zich met veiligheid kunnen bezighouden. Ik denk dat er hier in een stad als Amsterdam onevenredig veel agressie en geweld richting ambtsdragers plaatsvindt, maar ik schrok echt van sommige kleinere gemeenten. . Daar heb je namelijk vaak onvoldoende mankracht en kennis in huis om dit echt goed te tackelen. Dat vind ik zorgelijk.”
Verhoeven: “Waar wij er bijvoorbeeld voor zorgen dat er geen privégegevens te vinden zijn van onze ambtsdragers, is dat in kleine gemeenten anders. Daar is het gebruikelijk om adressen op een website te hebben staan, want je moet toch bereikbaar zijn? En als het niet op de website staat, dan ken je iemand wel van het schoolplein of van de voetbalclub. Voor een bestuurder kan ik me voorstellen dat het heel intimiderend kan zijn. Er moet meer aandacht voor komen, ook vanuit BZK, wat we kunnen doen voor die kleinere gemeenten.”
Waarom denken jullie dat agressie en geweld zo zijn toegenomen?
Verhoeve: “We hebben een blender voor onze neus. Gooi er wat Covid in, wat energieprijzen, hoge benzine, de anonimiteit vanachter je computer, en het feit dat er geen huis te krijgen is. Mix dat met een groot wantrouwen tegen landelijke, maar ook lokale politiek. Als je dat allemaal gaat blenden krijg je een soort maatschappelijke onvrede. Dan heb je een voedingsbodem.”
Houtman: “Wat ook meespeelt is dat het natuurlijke gezag, dat de bestuurders en raadsleden vroeger hadden, er niet meer is. Je bent ook maar een gewoon mens, doe maar gewoon. Dat maakt het makkelijker om te schelden. De anonimiteit vanuit social media is daarvoor natuurlijk heel makkelijk te gebruiken.”
Verhoeve: “Als het uitbarst zie je dat het heel heftig is. Kijk maar naar de Ajax-huldiging die niet doorging en wat voor werk we daarmee hebben gehad voor de burgemeester. Dat ging verder dan alleen de aangiftes, het ging ook echt om fysieke beveiliging. We waren in de hoogste staat van paraatheid. Als je ziet wat mensen zeggen, schrijven en schreeuwen; dat raakt niet alleen de burgemeester, maar ook de familie eromheen. Mensen kennen geen grenzen meer.”
Houtman: “Tegelijk is er de andere kant van het verhaal. De burgemeester komt nog iedere dag op de fiets hier naar haar werk. Dat kan gelukkig wel. Laten we dat niet vergeten. In heel veel landen kan de burgemeester van een hoofdstad dat niet doen. Wij hebben een burgemeester die van geen wijken weet.”
Dit interview is gepubliceerd op de website Politieke Ambtsdragers van het ministerie van BZK.