‘Uitzoomen geeft je een andere kijk op het onderwijs’
Astronauten in de ruimte worden vaak overvallen door liefde voor onze planeet. Wat kan uitzoomen op aarde opleveren, kijken als een astronaut? Schrijfster en theatermaker Marjolijn van Heemstra, spreker tijdens de conferentie ‘Samen duurzaam internationaliseren’ op 23 september, blikt alvast vooruit op haar lezing.
Na haar tto-tijd op het Wolfert Tweetalig in Rotterdam wilde Marjolijn van Heemstra met haar studie godsdienstwetenschappen conflictbemiddelaar worden. Zo ver kwam ze niet. Ze rolde het theater in en werd een succesvol dichter, schrijver, theatermaker, journalist en podcastmaker.
Sinds twee jaar houdt ze zich bezig met wat er gebeurt als je het leven bekijkt met de blik van een ruimtevaarder. Dat brengt juist het perspectief, dat we nu zo hard nodig hebben, namelijk voorbij de waan van de dag waarin we onszelf en de aarde uitputten. Eerder dit jaar verscheen haar boek In lichtjaren heeft niemand haast.
Je bent zelf oud-leerling van tweetalig onderwijs (tto). Hoe kijk je terug op je middelbareschooltijd?
“Ik vond het Wolfert Tweetalig een hele fijne plek. Ik kwam pas in de derde klas erbij. Daarvoor zat ik op een school in Capelle aan den IJssel waar ik het niet naar mijn zin had. Ik werd er niet uitgedaagd, en zakte van het gymnasium terug naar de havo. Op zoek naar een andere school kwam ik bij het Wolfert terecht. Daar bloeide ik weer helemaal op.
Het was net het tweede jaar dat ze met tto waren gestart. Er waren drie tto-klassen en van mavo tot vwo zaten alle leerlingen door elkaar. Het was een soort tijd van pionieren. Wat ik vooral leuk vond was om supergoed onderwijs te volgen op een superdiverse school in de stad. Ik was eigenlijk niet eens echt gericht op het Engels.”
Heb je in je latere leven profijt gehad van het tto- onderwijs?
“Als ik mijzelf nu Engels hoor praten, dan deed ik dat toen een stuk beter. Waar ik vooral profijt van heb gehad is dat ik op het Wolfert leerde leren. Het was zo’n ambitieus onderwijsprogramma, ik begon het leren gewoon leuk te vinden. Daar kan je niet jong genoeg mee beginnen. Als je al vroeg weet waar je interesses liggen, kun je daarmee keuzes maken. De kans is dan kleiner dat je bijvoorbeeld een verkeerde studiekeuze maakt, iets waar veel jongeren tegenaanlopen.”
Wat is volgens jou het belang van internationalisering en wereldburgerschap op basisscholen en middelbare scholen?
“Dat vind ik moeilijk te zeggen. Ik werk niet in het onderwijs. Mijn beeld is dat het tto op het Wolfert nu wel een beetje mondiale elite is geworden. Toen ik er zat waren er wel vijftig nationaliteiten en zaten de klassen door elkaar. Vijf jaar geleden bezocht ik de school weer eens en was dat heel anders. Ironisch genoeg groeit het internationaal onderwijs, maar wordt de school er niet internationaler van. Dat wringt wel een beetje vind ik. Wat is internationalisering? Dat is toch leren van een ander. Nu zie je veel mensen die op jou lijken op de school en heb je minder te maken met mensen uit een andere context.”
Wat kan de bezoeker verwachten van je lezing op 23 september? Wat zou je de bezoeker willen meegeven?
“De lezing De Stadsastronaut die ik ga geven is gebaseerd op een voorstelling die ik heb gedaan. Het verhaal gaat over nieuw perspectief vinden op jezelf en op de aarde door uit te zoomen, en te kijken als een astronaut. Wat astronauten overkomt als ze vanuit de ruimte naar aarde kijken, is verwondering. Leraren kunnen ook door uit te zoomen anders kijken naar het onderwijs.
De aarde is één organisme, er is sprake van een heelheid en dingen zijn met elkaar verweven. Het gaat te veel om autonomie, en mag wel wat meer gaan om die verwevenheid en afhankelijkheid. Dat geldt ook voor het onderwijs. Daar gaat het ook te veel om individuele prestaties en ontwikkelingen. Elementair is er verandering nodig.”
Wat voor verandering is dat?
“Nu is het onderwijs te weinig gericht op beroepen die we als gemeenschap nodig hebben. Het gaat te veel om hoogopgeleid zijn. Het is jammer dat hoogopgeleiden niet bij de politie of de zorg gaan werken. Daar mogen we meer aandacht voor vragen in het onderwijs. Wil je iets belangrijks doen, ga in de zorg werken. Dingen worden pas belangrijk als je er aandacht voor vraagt. Aan welke beroepskeuzes geef je gewicht?”
In je boek heb je het erover dat we meer aandacht moeten hebben voor de systemen waarin we leven. Wat kan onderwijs daarmee?
“Onze leerlingen krijgen straks met allerlei zaken te maken. Bepaalde systemen moeten we man en macht beschermen. We zitten nu bijvoorbeeld in de zesde uitstervingsgolf. Er verdwijnen allerlei soorten dieren en planten, die niet meer terugkomen. Als de kinderen van nu volwassen zijn hebben ze daarmee te maken.
Ze moeten begrijpen hoe ze dat kunnen oplossen. Hoe kijk je aan tegen de systemen waarin je leeft? Naar de wereld waarin je beweegt? Hoe werkt koraal, hoe werkt de zee, hoe hou je rivieren schoon? Dit wordt als onderwerp te weinig benadrukt. Het gaat altijd om groei, om ergens te komen. Dat is ons economisch systeem, en dat is mooi, maar misschien moeten we ook eens kijken naar wat er al is, waar we zijn.”