Van vluchteling tot regisseur inburgering
Huisvesting, opvang, taalonderwijs: steden kampen met grote uitdagingen voor nieuwkomers in hun gemeente. Maak daarbij meer gebruik van ervaringsdeskundigen, adviseert Anwar Manlasadoon, Regisseur inburgering bij Bureau Nieuwkomers van de Gemeente Arnhem en columnist bij dagblad De Gelderlander. ‘Zij kunnen je vertellen hoe het is om vluchteling te zijn.’
Manlasadoon was net klaar met zijn studie rechten in Aleppo toen de burgeroorlog in Syrië uitbrak. In 2015 vluchtte hij voor het oorlogsgeweld. Na een levensgevaarlijke oversteek over de Middellandse Zee belandde de beloftevolle jonge advocaat van Koerdische afkomst in Nederland. Daar moest hij als vluchteling een nieuw leven opbouwen.
Een nieuw begin
“Ik had het gevoel dat ik opnieuw geboren was, niet als baby, maar als volwassen man. Ik moest opnieuw de taal leren, mensen leren kennen, een netwerk opbouwen. Ik had echt de hoop dat ik in Nederland aan de slag kon als advocaat, iets betekenen voor mijn nieuwe land”, vertelt Manlasadoon. “Dat bleek een illusie, want mijn diploma was niets waard hier. Dat was een beetje een slopend begin.”Manlasadoon besloot om snel Nederlands te leren en dat lukte hem. “Binnen elf maanden ging ik van het verplichte niveau twee niveaus omhoog. Daar ben ik heel trots op.”
Als statushouder belandde Manlasadoon in de stad Arnhem, waar hij werd uitgenodigd voor een bijeenkomst met hoogopgeleide vluchtelingen. “De gemeente wilde weten wat ze voor ons kon doen. Opvallend was dat mensen die een vak kenden, zoals installateurs en elektriciens, heel makkelijk werk vonden. Mensen met een andere achtergrond, zoals ik met mijn rechtenstudie niet. Dat was een teleurstelling. Het was gratis koffiedrinken op de bijeenkomst en terug naar het asielzoekerscentrum. Toen wist ik dat ik nog een lange weg te gaan had om mezelf te bewijzen.”
De Gelderlander
Via de bijeenkomst kwam Manlasadoon wel op het pad van De Gelderlander. De krant bood hem een eigen column aan, een kans die hij met beide handen aangreep. Hij schrijft als nieuwkomer elke week een column, Anwar burgert in. Confronterende én komische belevenissen. “Hier kan ik mijn verhalen kwijt, mijn mening geven en mijn leven delen. Ik wil een beeld geven van nieuwkomers in Nederland. Wat zijn de grappige en moeilijke dingen die wij tegenkomen? Waarom zijn we hier? Een kans om het beeld te verhelderen van vluchtelingen, en om van elkaar te leren. Ik begon in 2016 en zeven jaar later ben ik nog steeds columnist bij De Gelderlander.” Dankzij zijn columns werd Manlasadoon vorig jaar uitgeroepen als Arnhemse Held van 2022. “Dat zie ik echt als erkenning. Het geeft niet alleen maar positieve energie voor mij als persoon, maar ook een hoop motivatie voor mensen die in dezelfde situatie zitten als ik.”
Anwar de Arnhemmer
Manlasadoon besloot een andere studie te gaan doen. Omdat er veel vraag is naar technische mensen, startte hij de opleiding Industrieel Productontwerp aan de Hogeschool Arnhem-Nijmegen (HAN) en haalde zijn diploma. “Nu ben ik de trotse bezitter van een Nederlands diploma. Als ik ergens kom zeg ik niet meer dat ik een diploma rechten heb behaald aan de Universiteit van Aleppo, maar dat ik een Nederlands diploma heb.”
Na zijn afstuderen kreeg Manlasadoon al snel een baan als product designer bij een technisch bedrijf in Nijkerk. Toch voelde hij zich daar niet helemaal op zijn plek. “In mijn hart wilde ik eigenlijk graag iets vinden in mijn stad. Ik wilde iets voor Arnhem doen. Ik geloof niet in toeval. Dat ik in deze stad ben geplaatst, zie ik als mijn lot. Dankzij de columns is mijn netwerk groot en hoe meer mensen je ergens kent, hoe meer je je er thuis voelt. Ik ben niet alleen Anwar de columnist, maar ook Anwar de Arnhemmer. Dus bleef ik zoeken naar een baan in Arnhem en zo kwam ik de vacature tegen voor regisseur inburgering. Na een sollicitatiegesprek werd ik dezelfde dag nog aangenomen. Ik was zo blij, het betekende heel veel voor mij.”
De blik van een ervaringsdeskundige
Voor zijn werk als regisseur inburgering gebruikt hij zijn ervaringsdeskundigheid. “Jaren geleden zat ik aan de andere kant van de tafel, nu ben ik degene die het gesprek voert. Ik kijk naar mijn cliënten met twee blikken, die van gemeentemedewerker en die van ervaringsdeskundige. Ik weet hoe het is als een nieuwkomer een traject in te gaan. Ik weet wat het betekent om te vallen en op te staan. Hoe het voelt wanneer iemand je zegt dat je de taal moet leren, moet werken. Ik vertel hen: door het werk leer je de taal en jezelf kennen. Ik deel mijn ervaringen en zeg vaak, zonder arrogant te zijn: kijk naar mij. Ook ik was nog niet zo lang geleden een nieuwkomer. En nu zit ik hier en heb deze baan, door mijn wilskracht. Mijn vriendin zei het laatst heel mooi: ‘De aanhouder wint.’ Vallen is niet het einde, opstaan is een nieuw begin. En iedere keer dat je valt, kom je dichter bij je dromen. Zo moet je het zien. Dát zeg ik tegen mensen.”
Daarbij snapt Manlasadoon heel goed hoe het is om ‘de oorlog in je hoofd te hebben’. “We delen kwetsbaarheden. Ook ik moest vaak huilen, ik weet hoe het is als je je niet goed voelt. Maar we moeten wel samen door en ik zal jou wijzen wat de beste manier is om door te gaan. Dat hebben de mensen echt nodig. Ze zijn ook dankbaar dat ik mijn ervaringen met hen deel. Ook al ben ik ambtenaar, ik praat met hen van mens tot mens.”
Of hij een voorbeeld is voor andere vluchtelingen, vindt Manlasadoon moeilijk te zeggen. “Ik hoor het mensen wel zeggen, maar ik ben natuurlijk niet de enige. Er zijn duizenden mensen zoals ik, alleen kreeg ik de kans als ervaringsdekundige een voorbeeld te zijn voor mensen die zich down voelen, slachtoffer zijn. Het is aan mij en anderen om hen te helpen. Een win-win situatie voor iedereen, ook voor ons als stad.”
‘Iedere persoon heeft een kracht’
Manlasadoon adviseert dan ook stedelijke professionals om ervaringsdeskundigen meer in te zetten. “Laten wij de unieke ervaringen en de kracht van mensen gebruiken in onze stad. Het beleid is: je moet eerst de taal leren en dan kun je werken. Daarmee zet je mensen thuis vast, die wel kunnen werken. Taal heeft tijd nodig, werk niet. Door meteen te werken, leer je juist de taal. Dat heb ik zelf ervaren. Door mijn werk praat ik nu goed Nederlands. Dus geef iemand die goed kan schilderen werk en laat hem niet thuis zitten tot hij het woord voor verf en muur kent. Daarmee los je heel veel problemen op in onze samenleving.”
Verder raadt hij gemeenteambtenaren aan om meer de wijk in te gaan. “Kijk niet alleen naar data en papieren, praat met mensen. Over wat hun pijn is, wat hun successen zijn. Benoem niet alleen wat fout gaat. Wij hebben het als mens nodig te horen wat we goed hebben gedaan.”