Werken aan de digitale welvaart in Nederland
Van rolstoelvriendelijke balies, een toegankelijke PDF, ledlampjes bij de trap tot een speciaal knopje bij het koffieapparaat. Met kleine aanpassingen is de gemeente Waalre in korte tijd een toegankelijke gemeente geworden, zowel fysiek als digitaal. Dat is niet in de laatste plaats te danken aan een slechtziende burgemeester, die zich ook nog eens als een van de twee VNG-ambassadeurs inzet voor digitale toegankelijkheid in ons land.
Marcel Oosterveer raakte in 2020 zijn zicht kwijt door een oogziekte, toen hij als wethouder in Eindhoven werkte. Sinds eind vorig jaar is hij burgemeester in Waalre, én een van de eerste slechtziende burgemeesters van Nederland. Samen met voormalig raadslid Yousuf Yousufi uit Hoorn reist hij als ambassadeur digitale toegankelijkheid langs gemeenten in ons land om bestuurders te wijzen op het belang ervan en gemeenten op weg te helpen om daadwerkelijk toegankelijk te zijn.
Digitale toegankelijkheid
“Zowel als ambassadeur als burgemeester zet ik me in om digitale toegankelijkheid aan de mens te brengen. Dat doe ik uit bevlogenheid, en niet alleen omdat ik burgemeester ben. Het gaat echt om mensen, en niet om mij, omdat ik deze functie heb, en ook nog eens ervaringsdeskundige ben. Heel stiekem gezegd was ik het liever niet geweest, maar ik ben nu eenmaal slechtziend en ben daarmee een rolmodel. Het vraagt ontzettend veel energie om alert te zijn op die toegankelijkheid, van mijzelf, maar ook van de mensen om mij heen.”
Want het is heel belangrijk dat iedereen kan meedoen, stelt Oosterveer. “Mensen willen heel graag met de overheid in contact komen. Dat lukt niet altijd, omdat wij zelf als overheid digitaal nog niet heel erg toegankelijk zijn. Ook komt het omdat de digitalisering zo snel gaat, dat mensen gewoon nog niet de tijd hebben gehad om zich er aan te kunnen aanpassen. Dat zien we met name bij mensen die wat ouder zijn. Ze hebben een telefoon, willen wel digitaal toegankelijk zijn, maar weten alleen niet hoe.”
Op het gemeentehuis helpt het dat de burgemeester zelf slechtziend is. “Het maakt het ineens veel meer tastbaar”, legt de burgemeester uit. “In plaats van ‘hoe kunnen we het digitaal toegankelijk maken’, is nu de vraag: ‘kan Marcel het lezen?”. Als onze burgemeester dit niet kan lezen, hoe zou een inwoner het dan wel kunnen lezen? Ze hebben dus gewoon een ‘toegankelijkheidstester’ naast zich zitten.”
Lange adem
Digitale toegankelijkheid is echter een verandering van lange adem, benadrukt de VNG-ambassadeur. “We dachten eerst dat we wel klaar zouden zijn als we brochures en websites beter leesbaar zouden maken. Dat blijkt dus niet zo te zijn. Het is een traject waarbij we de systemen moeten veranderen. Digitale toegankelijkheid is het structureel borgen van je dienstverlening. We zien dat dit niet iets is wat even bovenop de normale taken en werkzaamheden past. Het is dus nodig om te investeren in mensen en middelen. Dus dat is een belangrijke eerste beweging die ik zie. En dat is wat we ons als overheid ook steeds moeten beseffen.”
Een tweede beweging noemt hij de wederkerigheid van de overheid. “Als gemeente of een overheid heb je de verplichting om altijd bereikbaar te zijn. Dat vraagt om een wederkerigheid, namelijk dat je ook digitaal toegankelijk bent, en dat je zelf ook nadenkt over je eigen rol als gemeente, ministerie of provincie. Gelukkig zien we dat het wel bij wethouders, gedeputeerden, ministers en gemeenteraden meer in het hoofd is gekomen.”
Alleen op het moment dat digitale toegankelijkheid structureel onderdeel wordt, lopen de gemeenten tegen het probleem van financiering en middelen aan. “Dan vraagt het wat van de organisatie”, aldus Oosterveer. “En blijkt dat we er toch nog niet goed over hebben nagedacht. Ik zie bij heel veel gemeenten de vraag terugkomen voor hulp om een wethouder te faciliteren met de argumenten die hij nodig heeft om die raad mee te nemen. Ik zou echt willen zeggen, jongens, alsjeblieft met elkaar voor de komende 20 jaar hebben we gezamenlijk een opgave. Het is een integraal onderdeel van je beleid. Ik zou het zo graag inclusief willen maken. Er is gelukkig een enorme bereidwilligheid voor om stappen te maken.”
‘Maak het klein’
Oosterveer adviseert overheidsorganisaties dan ook om niet alles in één keer op te lossen. “Begin gewoon met wat je kan vastpakken. Er zijn zoveel documenten die in het archief zitten. Als je die eerst wil gaan digitaliseren en toegankelijk maken, vergeet je dat eigenlijk op dit moment er ook heel veel vragen binnenkomen over digitale toegankelijkheid. Om daar een mix in te vinden moet je het tastbaar maken. Het moet klein blijven. Een bouwtekening uit 1930 is schitterend als je die digitaal toegankelijk kan maken. Maar volgens mij is het belangrijker dat je nu een nieuwe bouwvergunning digitaal kunt aanvragen.”
Bestuurders spelen volgens Oosterveer een belangrijke rol bij de transitie naar digitale toegankelijkheid en een inclusievere overheid. “Als bestuurders kunnen we er wél voor zorgen dat digitale toegankelijkheid hoger op de agenda komt, en dat iedereen zich er eigenaar voor voelt. Zeker een burgemeester, als boegbeeld van een gemeente, kan daar echt veel meer impact in maken. Ook de gemeentesecretaris is belangrijk, die kan het dan ook weer bij de managers uitrollen. De koppeling tussen die twee is erg belangrijk.”
Dashboard
Begin maart opende Oosterveer het nieuwe Dashboard DigiToegankelijk. Dat laat in één oogopslag zien hoe toegankelijk de websites en apps van de Nederlandse overheid zijn. Hoe belangrijk is toezicht om digitale toegankelijkheid verder te brengen? “Het is geen wedstrijd, maar het gaat om wetgeving”, stelt hij. “Het is een bedoeling om elkaar te kunnen aanspreken. Welke verantwoordelijkheid kun je nemen? Ik heb dat dashboard geopend met het idee om er vergelijkingsmateriaal uit te halen. Waar staan wij nu eigenlijk? Hoeveel kleinere gemeentes zijn al verder dan wij, of minder ver? Er zijn in Nederland 4,5 miljoen mensen die problemen hebben met het lezen, begrijpen en gebruiken van websites. Er is een wettelijke lijn waar je minimaal moet voldoen. Dat laat dit dashboard zien.”
Ook softwareleveranciers moeten daarin mee, zegt Oosterveer stellig. “Wil je nog leveren aan de overheid, dan moet je voldoen aan bepaalde minima. En als je daar niet aan voldoet, dan moet je jezelf in de achter de oren krabben en nadenken waarom niet. Ik merk echt wel een groot verschil tussen de ene marktpartij of de andere. Ik ga niet vingerwijzen, maar ik vind dat ze veel meer kunnen.”
In de toekomst ziet Oosterveer uiteindelijk een overheid die communiceert met de inwoner via zowel fysieke als digitale balies. “Als je niet kunt praten of horen, of een andere beperking hebt, dan hebben we nog altijd de mogelijkheid om met elkaar slim na te denken over hoe we ook deze parallelle stromen dienstverlening kunnen bieden. Brede welvaart betekent dat iedereen in de samenleving mee kan doen. Dat moet ook digitaal zo zijn. Iedereen moet kunnen meedoen. Laten we daarom samen gaan werken aan het verbeteren van onze digitale welvaart.”
Dit interview is gemaakt in opdracht van VNG Realisatie en oorspronkelijk gepubliceerd op de website van DigiToegankelijk en de VNG. Ook is het meegenomen in de Jaarmonitor Digitoegankelijk 2023, die april 2024 verscheen.