‘Werken en praten met collega’s uit andere landen geeft altijd een kick’
Deze maand bestaat eTwinning 15 jaar. In al die jaren zijn er prachtige samenwerkingen ontstaan tussen scholen in heel Europa. Niemand in Nederland weet dat beter dan Cees Brederveld. Als techniekdocent aan het St. Aloysius College, was hij een van de eerste docenten die ermee aan de slag ging. Inmiddels gepensioneerd blijft hij als ambassadeur nog steeds betrokken.
Het was, naar eigen zeggen, ‘per ongeluk’ dat Brederveld als techniekdocent in de internationale projecten rolde. Als een van de schrijvers van een onderwijsmethode voor zijn vak werd hij uitgenodigd op een conferentie in Denemarken over internationalisering in het onderwijs.
“Ik wist niet dat dit bestond, dat er subsidie voor was en dat het zo interessant kon zijn. Vanaf die tijd ben ik erbij betrokken gebleven. Internationalisering was in die tijd voor veel scholen onbekend. Ik denk dat eTwinning daar een antwoord op was.”
Gemotiveerde leerlingen
“Nadat mijn eerste internationale project faliekant mislukte, kwam ik een Deense partner tegen met wie ik een klein eTwinning project opzette. Dat werd uiterst succesvol en werd later vaak als voorbeeld gebruikt voor eTwinning. Het ging om het NewsPaper Project. Ik zat een keer in Denemarken in de trein en zag de gratis krant Metro liggen.”
“Ik wist niet dat er ook een Deense editie was die er hetzelfde uitziet. Zo kwamen we op het idee om één dag de gratis krant beiden in school te halen en deze dan door leerlingen te laten uitspitten en samenvatten.”
“Ze kozen artikelen uit, en maakten er een mooi document van. ’s Avonds stuurden we deze naar elkaar op. Zo weet je de volgende dag in de klas van elkaar wat er in die krant heeft gestaan en kun je zien wat in een ander land belangrijk is en minder belangrijk. Daar kun je dan een discussie over houden in je klas. Ik heb dat toen gedaan met een Mavo-1 klas. Die kinderen waren laaiend enthousiast.”
“Dan krijg je ineens iets te zien, wat je als leraar heel graag ziet: gemotiveerde leerlingen. Ik hoefde er niet eens iets extra’s voor te doen. Leerlingen kwamen naar me toen met vragen als ‘Hoe zien Denen er uit?’, ‘Zijn dat allemaal Vikingen?’ ’Hoe lang is het reizen naar Denemarken?’ Dat was het eerste begin.”
Lees het hele interview op Nuffic Actueel.