35 jaar tweetalig onderwijs biedt blik op de toekomst

Dit jaar viert tweetalig onderwijs (tto) zijn 35-jarig bestaan, een mijlpaal die op 27 november werd gevierd met een grote bijeenkomst in Utrecht. Docenten, tto-coördinatoren en schoolleiders kwamen samen om terug te blikken op het verleden, maar vooral om vooruit te kijken naar de toekomst.

In 1989 begon tweetalig onderwijs (tto) als een kleinschalig experiment met een vooruitstrevende visie. Inmiddels is het uitgegroeid tot een nationaal netwerk van meer dan 130 scholen in het voortgezet onderwijs. Ook is tto in het mbo en primair onderwijs geïntroduceerd.

Tijdens de bijeenkomst op 27 november benadrukte Sandra Niemeijer, voorzitter van het netwerk tweetalig onderwijs, de kracht en het succes van tto. “Het is een sterk merk waar we trots op mogen zijn,” begon ze. “Tto gaat verder dan alleen versterkt Engels. Het omvat ook wereldburgerschap en persoonsontwikkeling. Samen vormen deze elementen een geïntegreerd programma dat als een vliegwiel werkt: elke component versterkt de andere.”

Het begon allemaal in 1989 op het Alberdingk Thijm College in Hilversum. Al snel volgden andere scholen dit voorbeeld, en vijf jaar later ontstond het landelijke netwerk voor tweetalig onderwijs. Sindsdien heeft tto zich verder ontwikkeld en uitgebreid. Het vmbo werd in 2008 aan het concept toegevoegd, en recentelijk ook het po en mbo. Bij de groei paste ook een bredere visie: in 2018 werd de strategie ‘tto 2.0’ geïntroduceerd, met de drie pijlers tweetaligheid, wereldburgerschap en persoonsontwikkeling centraal.

Een totaalervaring voor leerlingen

Volgens Gerrit-Jan Koopman, oud-coördinator van een internationale lerarenopleiding en tegenwoordig beoordelaar, biedt tto meer dan alleen onderwijs in een andere taal. “Wat tto-leerlingen meegeeft, is een open houding: ze durven te proberen, fouten te maken en uitdagingen aan te gaan. Die mentaliteit maakt ze niet alleen taalvaardiger, maar ook weerbaarder en veelzijdiger.”

Deze houding komt tot uiting in de manier waarop leerlingen nadenken over complexe vraagstukken, zoals het klimaat en Europa. “Tijdens mijn bezoeken hoor ik vaak hoe genuanceerd leerlingen over de wereld praten,” aldus Koopman. “Het gaat niet alleen om de uren Engels die ze krijgen, maar om de hele attitude die daarbij hoort.”

Uitdagingen voor de toekomst

Hoewel tto een stevig fundament heeft, liggen er ook nog de nodige uitdagingen. De huidige maatschappelijke en technologische ontwikkelingen vragen om aanpassingen in het onderwijs. Volgens Sebastiaan Dönszelmann, vakdidacticus moderne vreemde talen aan de Vrije Universiteit (VU), is het tijd voor een herziening van het talenonderwijs, dat volgens hem te veel blijft steken in methodes uit de analoge wereld van 1988. “De wereld verandert, en ons onderwijs moet daarin mee.”

Daarnaast spelen er praktische obstakels. De nieuwe wet op de ouderbijdrage zet de financiering van tto-activiteiten onder druk, en lerarentekorten zorgen voor extra uitdagingen. Het politieke klimaat, waarin nadruk wordt gelegd op onderwijs in het Nederlands, maakt de toekomst van tto nog complexer.

Ontwikkelagenda

Om deze uitdagingen aan te pakken, presenteerde Onno van Wilgenburg, teamleider tto bij Nuffic, tijdens de bijeenkomst een nieuwe Ontwikkelagenda. Deze agenda biedt een visie tot 2030 en richt zich op acht kernpunten. “Wat ik mooi vind,” zegt Niemeijer, “is dat we als netwerk flexibel blijven en in staat zijn om ons aan te passen aan nieuwe invloeden. We blijven in gesprek met scholen en teams om samen oplossingen te vinden.”

8 punten uit de Ontwikkelagenda

  1. Tto voor alle leerlingen. Tto moet betaalbaar en bereikbaar zijn voor iedereen, ongeacht locatie.
  2. Generatie Alfa- proof. Het onderwijs moet aansluiten bij de behoeften en vaardigheden van de nieuwste generatie leerlingen.
  3. Senior-tto voor alle scholen. Alle scholen moeten de kans krijgen om dit kwaliteitscertificaat te behalen.
  4. Engels als middel, niet alleen als doel. Wereldburgerschap krijgt een centralere rol.
  5. Een wereldwijde blik. Meer aandacht voor landen en culturen buiten Engeland.
  6. Professionele leergemeenschap, goed werkgeverschap. Meer samenwerking en kennisdeling tussen scholen.
  7. Ruimte voor maatwerk. Flexibiliteit om in te spelen op specifieke behoeften van leerlingen en scholen.
  8. Samen onderzoeken. Samenwerking met universiteiten om onderwijs te blijven verbeteren.

Niemeijer is enthousiast over de Ontwikkelagenda. “Een van de ideeën is de introductie van een ‘vrije variant’, waarmee kleinere scholen toch tto kunnen aanbieden zonder afhankelijk te zijn van hoge ouderbijdragen. We zijn hierover in gesprek met verschillende scholen.” Wat betreft de lerarentekorten ziet ze kansen in het unieke karakter van tto-scholen. “We mogen meer uitventen wat voor een mooie professionele omgeving een tto-school is. Hier werken docenten die heel gedreven zijn, heel betrokken zijn, en iets meer willen.”

Kritisch blijven op eigen waarden

Hoe volwassen het netwerk is, komt volgens Koopman tot uiting in het vermogen om kritisch naar de eigen praktijk te blijven kijken. “Neem bijvoorbeeld de reizen die tto-scholen organiseren. Waar internationale reizen vroeger vanzelfsprekend waren, staan ze nu onder druk vanwege duurzaamheidsoverwegingen. Toch blijven we als netwerk trouw aan onze kernwaarden en zoeken we naar alternatieven.”

Tto biedt een mooie balans

Annelies van Eenennaam, manager pijler Nederland bij Nuffic, ziet nog volop kansen voor tto in het mbo, het hbo en zelfs het wo. “In een tijd waarin de overheid de nadruk legt op onderwijs in het Nederlands, biedt tto een mooie balans. Meertalig onderwijs versterkt niet alleen de Engelse taalvaardigheid, maar ook de beheersing van het Nederlands.”

Van Eenennaam benadrukt dat tweetaligheid leerlingen breder voorbereidt op de toekomst. “Het gaat niet alleen om taal, maar ook om internationale competenties. Vaardigheden zoals openheid voor andere culturen zijn onmisbaar in een globaliserende wereld.”

Het belang van tweetalig onderwijs wordt onderstreept door wetenschappelijk onderzoek. Uit een pilot met tweetalig primair onderwijs (tpo) bleek dat leerlingen zich sterker ontwikkelen in taalvaardigheid, zowel in het Nederlands als in het Engels. Van Eenennaam hoopt in de nabije toekomst ook voor tto vergelijkbaar onderzoek uit te voeren. “We willen blijven toetsen en waarborgen dat tto bijdraagt aan de ontwikkeling van leerlingen.”

Na 35 jaar is het duidelijk: tto levert een blijvende en waardevolle bijdrage aan het Nederlandse onderwijs. Naast meer taalvaardigheid, biedt het leerlingen ook een bredere blik op de wereld en persoonlijke groei. Met de nieuwe Ontwikkelagenda kijkt het netwerk vooruit naar een toekomst waarin tto nog toegankelijker, duurzamer en innovatiever wordt.

“Het is bijzonder om te zien hoe dit netwerk vanuit een bottom-up beweging is ontstaan en nog steeds groeit,” concludeert Niemeijer. “We zijn begonnen met een klein idee en dat is uitgegroeid tot een sterke gemeenschap, die leerlingen klaarstoomt voor een wereld zonder grenzen.”

Lees het hele interview op de website van Nuffic.

You may also like