‘De energietransitie moet niet iets zijn voor de happy few’
Na jaren in de gezondheidszorg te hebben gewerkt stortte Felix Olthuis zich op de energietransitie. Die moet ook bottom-up vanuit de burger komen. Naast penningmeester/secretaris bij het bestuur van de NVDE is hij onder meer ook voorzitter van PAWEX, REScoopNL en bestuurslid van ODE Decentraal. ‘Mensen meekrijgen is een van de grootste uitdagingen van de energietransitie’.
Zelf noemt hij het een ‘late roeping’ die hem zo’n zes jaar geleden de wereld van de duurzame energie introk. Van huis komt Olthuis uit de psychologie en psychotherapie en werkte hij altijd in de gezondheidszorg.
Hoe ben je vanuit daar de wereld van duurzame energie binnengeraakt? Het zijn nogal verschillende terreinen.
“Ik was lid van de Coöperatieve Windenergievereniging Kennemerwind. Omdat ik over veel bestuurlijke ervaring beschik kwam ik al snel terecht in het bestuur van de coöperatie en zo kwam ik in contact met de buitenwereld en met de andere coöperaties. Het was een wondere wereld van clubs, verenigingen en partijen die weliswaar allemaal dezelfde idealen hadden maar compleet langs elkaar werkten. Ik dacht dat kan anders. Toen heb ik de REScoopNL opgericht. Maar ik ging verder.”
Je zet je nu in voor allerlei organisaties. Waar werk je allemaal voor?
“Toen ik erachter kwam dat ik dingen niet altijd van buitenaf kon veranderen heb ik een aantal bestuursfuncties op me genomen, onder meer bij het dagelijkse bestuur van de NWEA, van PAWEX en later ook van de Duurzame Energie Unie. Anderhalf tot twee jaar geleden kwamen er vanuit de Duurzame Energie Koepel allerlei nieuwe initiatieven waar ik ook bij betrokken raakte. Zo heb ik meegewerkt aan de vorming van de NVDE die hieruit ontstond en geholpen dat er allerlei partijen lid van werden. Ondertussen is ODE gefuseerd met E-Decentraal. Bij die krachtenbundeling ben ik ook betrokken. En zo is er nu een begin gemaakt van het samengaan van een aantal verenigingen en clubs die staan voor de burger en de coöperaties in de energietransitie.”
Je hebt dus behoorlijk wat petten op?
“Ja, maar de achtergrond is hetzelfde: de burger en coöperaties in de energietransitie. Mijn streven was om die bewegingen te laten groeien. En dat is de afgelopen twee jaar gelukt. Ze hebben meer een stem gekregen naast de energieleveranciers, netwerkbedrijven en installateurs en andere grote spelers in de duurzame energie-industrie.”
Hoe belangrijk is de burger eigenlijk bij die energietransitie?
“Ik denk dat dat nauwelijks overschat kan worden. De rol van de burger en de coöperaties is heel belangrijk. Misschien niet als je het hebt over de hoeveelheid energie die ze opwekken, zeker vergeleken met een windpark op zee bijvoorbeeld. Maar de energietransitie is natuurlijk wel wat breder dan alleen de hoeveelheid energie. Het gaat bijvoorbeeld ook om energiebesparing en ervoor zorgen hoe de bewustwording in de samenleving groter wordt. De energietransitie moet immers niet alleen iets zijn voor de happy few. We moeten juist die andere mensen meekrijgen. Dat is welllicht een van de grootste uitdagingen die we hebben in de energietransitie. Je ziet dat Nederland stapje voor stapje bewust wordt dat er iets moet gebeuren en dat als we niks doen we alleen maar ellende achterlaten voor onze kleinkinderen.”
Gaat de energietransitie op tijd slagen?
“Ja, maar het gaat echt wel om snelheid. Hoe langer we wachten hoe ernstiger de gevolgen. De energietransitie zal vroeger of later plaatsvinden. Op is op natuurlijk. Maar als we die transitie nu niet versnellen en nog wel even 30 tot 50 jaar doorgaan op dezelfde voet helpen we ondertussen het klimaat naar de mallemoer. Dat is een spanningsveld. Onze regering reageert daar te eenzijdig op door alleen maar te focussen op vermindering van de CO2-uitstoot, vind ik. Daar gaat de transitie niet werkelijk mee verder. De hele verduurzaming en transitie bestaat uit ontzettend veel lagen en is heel ingewikkeld.”
Hoe bezie je het vanuit je oude werkveld? Wat is de psychologie van de energietransitie?
“Er zijn allerlei processen te beschrijven tussen organisaties en personen die ik zie met mijn uitgebreide ervaring. Met name de relatie richting de burger is een heel complex verhaal. Een ding vergeten mensen vaak, namelijk dat de personen die zich met de energietransitie bezighouden meestal een hogere intelligentie en beter bemiddeld zijn. De helft van de Nederlanders heeft een IQ van beneden de 100. En dat zorgt voor uitdagingen voor de bewustwording over duurzame energie. Het gaat om een hoger belang. Daarover praten vereist een bepaalde mate van abstractievermogen. Er zijn in Nederland toch best wel heel veel arme mensen die weinig te besteden hebben. Hoe betrek je hen bij lange termijnplannen zoals die van de energietransitie. Dat is niet eenvoudig. Tel daarop de ontwikkeling in de Nederlandse samenleving dat iedereen steeds meer voor zich denkt. Er is geen sociaal klimaat waarop je heel makkelijk beroep kunt doen. Terwijl we het toch echt samen moeten gaan doen.”
Kunnen coöperaties daar een steen aan bijdragen?
“Jazeker. Die beweging wordt steeds sterker. De coöperaties worden steeds aantrekkelijker voor andere partijen omdat ze het meest contact met de burger hebben. Ze zijn ook behoorlijk gedemocratiseerd. De Lokale Energie Monitor telt nu meer dan 350 coöperaties.”
De SDE+ regeling wordt aangepast volgend jaar, namelijk 10 procent verlaagd. Wat voor gevolgen heeft dat volgens jou voor Wind op Land?
“De toekenning van SDE voor DONG voor een onwaarschijnlijke prijs is een wake-up call geweest voor de hele Wind op Land-handel. Op dat moment had niemand kunnen inschatten dat het voor zo een laag bedrag zou kunnen. En met de tweede tender is het nog lager! De concurrentie is op scherp gezet. De prijzen van Wind op Zee zijn niet te vergeleken met die op land. Daar komen veel meer kosten bij kijken namelijk, zoals pacht van de grond, milieueffectrapportages en aansluitingen. Ook de gemeentelijke leges kunnen erg oplopen. Het is een beetje appels en peren vergelijken. Het is gevaarlijk dat de politiek dat niet inziet en met oneliners strooit. Er is nu onderzoek gestart om te kijken wat de werkelijke vergelijkbare prijzen zijn tussen de verschillende energiebronnen, van Wind op Zee, Wind op Land maar ook Biomassa. In april wordt het onderzoek over de verschillende opwekvormen bekend.”
Wind op land staat dus behoorlijk onder druk?
“Ja, niet alleen wat betreft het draagvlak in de samenleving maar ook op rijksniveau. Tegelijkertijd zie je dat heel veel gemeenten een soort eigen verduurzaamplan hebben om in 2050 klimaatneutraal te zijn en daar dus lokaal iets aan willen doen. Daar zie je overal ook een rol voor Wind op Land optreden, behalve dan misschien in Noord-Holland en Friesland. Je ziet dat lokale gezag in toenemende mate toenadering zoeken richting coöperaties. Er zijn dus allerlei spanningen die spelen in de wondere wereld van de duurzame energie. Ik vind het heel belangrijk dat al die clubs hetzelfde willen bereiken en dat ze dichter op elkaar zitten zodat ze als één geheel naar buiten toe kunnen vormen. Anders is het voor de buitenwereld helemaal niet te begrijpen. Omdat ik onafhankelijk ben en overal in zit kan ik me daarvoor hard maken.”
Dit interview is gepubliceerd op de website van de NVDE.