Een gesprek met Paul Polman over duurzaam ondernemen
In mei 2014 reikte de Rainforest Alliance op haar jaarlijkse gala de Lifetime Achievement Award uitgereikt aan Paul Polman. De CEO van Unilever kreeg deze voor zijn inzet om van de multinational een duurzame voorloper te maken. Voor de Nederlandstalige en Engelstalige Frog Blogs sprak ik met hem over duurzaamheid in het bedrijfsleven.
Unilever is het Engels-Nederlandse bedrijf achter verschillende bekende consumentenmerken zoals Dove, Lipton, Knorr, en Magnum. Onder leiding van Paul Polman groeide Unilever uit een wereldwijde leider op het gebied van duurzaam ondernemen. Het uitgebreide “Sustainable Living Plan” van het bedrijf heeft als doel de milieu impact van haar producten te halveren. Inmiddels koopt Unilever al 100 procent van haar palmolie bij duurzame bronnen in en werkt ze momenteel samen met Rainforest Alliance aan haar doelstelling om in 2020 100 procent van haar landbouwgrondstoffen van duurzaam in te kopen.
Polman is de drijvende kracht daarachter. Hij staat bekend om het weerleggen van statements van andere industriële leiders die stellen dat duurzaamheid op korte termijn onverenigbaar is met het maximaliseren van winst voor aandeelhouders. Sterker nog hij dringt er zelfs bij zijn concullega’s op aan dat ze duurzaamheid juist moeten omarmen en dat dit het enige gezonde bedrijfsmodel is. Polman is dan ook een belangrijke bondgenoot van organisaties als de Rainforest Alliance, die als doel hebben om milieuvriendelijke bedrijfsvoering tot normaal te maken.
Welke veranderingen op het gebied van duurzaamheid heeft u de afgelopen jaren gezien in het bedrijfsleven?
“De wereld van duurzaamheid gaat sneller dan ooit tevoren. De financiële crisis van 2008-2009 maakte meer mensen bewust dat een systeem van groei gebaseerd op publieke en private schuld en overconsumptie geen duurzaam systeem kan zijn. Elk systeem dat niet in evenwicht is, zal uiteindelijk falen. Historisch gezien hebben burgers altijd vertrouwd op regeringen om grote kwesties als voedselzekerheid, klimaatverandering en jeugdwerkloosheid op te lossen. Maar het politieke systeem loopt muurvast wanneer wereldleiders zich niet volledig aanpassen aan een wereld die onderling afhankelijk is. Mensen verwachten dat bedrijven opstaan en deels deze leegte vullen. Ook al moeten bedrijven hun bedrijfsmodel daarvoor aanpassen, en veel worstelen hiermee, toch is er vooruitgang. In een steeds sneller tempo. Velen zien in dat de kosten van geen actie ondernemen die van wel actie ondernemen overschrijden. Duurzaamheid als prioriteit maken is daarom een levensvatbare optie voor bedrijven.”
Wat zijn de meest bijzondere momenten voor u?
“Ik ben zeer bemoedigd door bedrijven die steeds meer duurzaamheid omarmen en door samenwerking die ontstaat om uitdagingen op milieugebied aan te pakken in verschillende lagen van de samenleving. 75 procent van ‘s werelds grootste bedrijven hebben nu meerdere milieu- en sociale doelen in hun bedrijfsvoering opgenomen, Veel van hen rapporteren over hun maatregelen waarmee ze klimaatverandering aanpakken. Daar bovenop zijn er steeds meer financiële instellingen die de Socially Responsible Investment (SRI) richtlijnen volgen. Toch kunnen we niet naïef zijn. De vooruitgang gaat op veel vlakken langzaam, als je kijkt naar de uitdagingen waar we voor staan. We moeten werken aan een lange termijnaanpak om het milieu te beschermen, met naast economisch kapitaal meer nadruk op sociaal en milieukapitaal. En door echte samenwerking aan te gaan om verandering te maken. Daarvoor zijn nieuwe soorten relaties nodig, die gebaseerd zijn op vertrouwen en wederzijds respect, en waarin belangstelling voor het algemeen belang boven het bekrompen eigenbelang wordt geplaatst. Verandering van zulke omvang is nooit eenvoudig en vereist sterk leiderschap met een hoge mate van integriteit, nederigheid en menselijkheid.”
Wat doet Unilever om duurzame groei te creëren?
“Tijdens de laatste vijf jaar bij Unilever hebben we de nadruk gelegd op een nieuw model om duurzame en rechtvaardige groei te bereiken. Dit is gebaseerd op een stevig dat het belangrijkste doel van bedrijven zou moeten zijn om eerst de maatschappij te dienen voor andere stakeholders. ‘Minder slecht zijn’ is gewoonweg niet meer genoeg. Streven naar een positief netto impact is de enige manier om succes te garanderen.Daarom hebben we ambitieuze doelstellingen vastgelegd in ons Sustainable Living Plan. We willen de grootte van ons bedrijf verdubbelen en tegelijkertijd onze totale ecologische voetafdruk drastisch verminderen en onze positieve sociale impact vergroten. Centraal in deze visie staat de verantwoordelijkheid over de gehele waardeketen, in alle landen en alle producten. Dankzij de steun en samenwerking van organisaties zoals de Rainforest Alliance, zijn we goed op weg om te laten zien dat het goed mogelijk is om een gezond bedrijf te runnen, en tegelijk een positieve impact te hebben op de maatschappij.”
Wat zijn enkele van de resultaten van jullie Sustainable Living Plan?
“We zijn nu drie jaar bezig met het plan, maar hebben onze duurzame inkoop van landbouwproducten uitgebouwd van 14 naar 48 procent. Een voorbeeld daarvan is dat, dankzij de investeringen die we de laatste vijf jaar hebben gedaan in het verbeteren van landbouwmethoden, nu ongeveer de helft van de thee voor al onze merken Rainforest Alliance gecertificeerd is. Dan hebben we het over meer dan 170.000 ton thee. Verder hebben we een positieve impact gehad op 300 miljoen mensen. We helpen om hun gezondheid en welzijn te verbeteren door ze voorzien van dingen als schoon drinkwater. We hebben ook het levensonderhoud van 570.000 kleinschalige boeren verbeterd, bovenop de 1,5 miljoen boeren die al direct verbonden zijn aan onze productieketens.”
Waar is er nog ruimte voor verbetering?
“We hebben verschillende terreinen geïdentificeerd waar nog meer werk voor ons ligt. Er zijn twee die vooral relevant zijn voor de missie van de Rainforest Alliance. Een van de vele dingen die ik heb meegenomen van de VN High Level Panel on the Post-2015 Development Agenda van Secretaris-generaal Ban Ki Moon is de mate waarin sociale vooruitgang en duurzame ontwikkeling hand in hand gaan. Daarom leggen we nog meer nadruk op onderwerpen als eerlijkheid op de werkplek, kansen voor vrouwen, sociale integratie en uitbreiding van onze betrokkenheid met kleine boeren. We hebben al lang het besef dat we de problemen waar we voor staan niet alleen kunnen oplossen. Dat is een van de redenen waarom onze samenwerking met de Rainforest Alliance zo belangrijk is. Echter om het omslagpunt voor verandering te bereiken is meer nodig dan de samenwerking van een groot bedrijf met een NGO. Daarvoor is het nodig om hele industrieën en sectoren te verenigen. Regeringen en internationale instanties moeten daarvoor aan boord komen op een meer dynamische en proactieve wijze. Ook moeten de NGO’s werken aan hun eigen waardeketen, op dezelfde manier dat bedrijven rekening moeten houden met sociale, economische en milieukwesties.”
Hoe belangrijk zijn organisaties als de Rainforest Alliance voor een meer duurzame toekomst?
“NGO’s zoals de Rainforest Alliance spelen een cruciale rol op onze weg om 100 procent duurzame grondstoffen uit de landbouw. Zowel Lipton als Magnum, twee van onze grootste wereldwijde merken, hebben Rainforest Alliance certificering helemaal ingebed in hun merkidentiteit. De Rainforest Alliance verbetert onze mogelijkheden en geloofwaardigheid en helpt ons op te schalen in een veel sneller tempo, dan we alleen zouden kunnen bereiken. Een voorbeeld daarvan zijn de drie theefabrieken van Unilever in Turkije. Die produceren allemaal thee voor het merk Lipton en hebben in 2013 Rainforest Alliance certificering gekregen. Een jaar eerder dan we hadden gepland. Dat betekent dat 100 procent van de thee die Unilever in Turkije produceert nu gecertificeerd is. Met als resultaat dat 18.000 kleinschalige boeren, die hun gewas leveren aan onze fabrieken, duurzame landbouwtraining krijgen. Organisaties als de Rainforest Alliance spelen een sleutelrol in het proces, eerst en vooral omdat ze zorgen voor de blijvende geloofwaardigheid van merken door hoge standaarden. En om vervolgens te zorgen dat er voldoende capaciteit en middelen beschikbaar zijn om een dergelijke ambitieuze agenda te kunnen voeren.”
Hoe kunnen we andere bedrijven motiveren om meer duurzame bedrijfsmodellen te ontwikkelen en uit te voeren?
“Er zijn verschillende redenen te bedenken waarom bedrijven gemotiveerd zouden moeten zijn voor meer duurzame bedrijfsmodellen. Allereerst bieden de problemen die we kennen, zoals voedselzekerheid, klimaatverandering, slechte sanitatie en ondervoeding, enorme kansen voor het bedrijfsleven. Denk aan innovatie en het ontwikkelen van oplossingen. Onze merken met een sterke sociale missie zien een sterkere groei. Zo helpt ons internationale zeepmerk Lifebuoy om besmettelijke ziektes uit te roeien door middel van toegankelijke hygiëneproducten. Knorr en Lipton verstrekken duurzaam voedsel en werkgelegenheid voor kleine boeren en Dove komt op voor een beter beeld van vrouwen. Dit zijn maar een paar voorbeelden. Daarnaast hebben we een enorme groei gezien in de betrokkenheid van onze medewerkers en de aantrekkelijkheid van Unilever als een plek om te werken. We zijn de favoriete werkgever geworden in de belangrijkste landen waar we actief zijn. Vooral jonge mensen begrijpen dat we deze planeet moeten beschermen. Niet alleen voor deze generatie, maar ook voor al die generaties die nog moeten komen.”
Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd op de Frog Blog van de Rainforest Alliance.