‘Cultuuromslag broodnodig’

Met beter gebruik van data is veel mogelijk wat vroeger niet mogelijk was. Steeds meer Nederlanders delen bijvoorbeeld hun woning, auto of andere spullen via online platforms en apps. Ook aan de overheid biedt de sharing economy mooie kansen, zegt Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Constantijn, special envoy van de StartupDelta. Maar eerst is een cultuuromslag nodig. ‘Ik ben erg benieuwd hoe de grootste monopolist in ons land zich gaat openstellen om te delen.’

De deeleconomie is sterk in de lift. Waar in 2013 nog 6 procent van de Nederlanders goederen of diensten deelde via online platforms zoals Uber en Airbnb, groeide dit aandeel in 2016 uit tot meer dan 20 procent. De platforms zorgen voor serieuze concurrentie voor bestaande bedrijven. Was Airbnb bijvoorbeeld vier jaar geleden tamelijk onbekend met 75.000 boekingen, vorig jaar telde het platform in ons land al 1,4 miljoen overnachtingen, waarmee ze de grootste hotelketen van Nederland was. Allemaal dankzij het beter omgaan van bestaande resources met slimme, mobiele technologie.

‘De Uber van’

Het succes krijgt nu navolging. Overal komt een Uber van. Of het nu de arbeidsmarkt, de reisindustrie of mode is. Is er sprake van een hype? ‘Ik denk dat men inderdaad nog heel erg aan het aftasten is wat de sharing economy inhoudt,’ meent Prins Constantijn. ‘Tegelijk zie je wel ontwikkelingen opkomen waar mensen steeds meer delen met elkaar. Kijk bijvoorbeeld naar het autobezit. Delen is een belangrijk element van hoe onze mobiliteit er in de toekomst uit gaat zien.’

Van de verhuur van je zolderkamer, garagebox tot het delen van je kook- of klustalent… vooral in steden neemt de deeleconomie allerlei vormen aan. Volgens Prins Constantijn draait het om beter gebruik van bestaande capaciteit en infrastructuur. ‘Het ligt eraan hoe goed je het organiseert. Als het gemak brengt en je er mee kunt verdienen werkt het. Kijk naar een dienst als Uber, dat is opgezet als een zinvolle dienst, een goede service. Als je gebruik ervan maakt, krijg je tijd cadeau, zeggen ze bij Uber. Het levert allemaal extra waarde op.’

Meer interactie

Zorgt al dat delen er nu voor dat we als Nederlanders ook nader tot elkaar komen? Prins Constantijn ziet inderdaad meer interactie ontstaan met anderen en andere culturen. ‘Wat je ziet is dat we keukens  met elkaar delen, of huizen openstellen voor vluchtelingen. Omdat we dit echter nog niet op grotere schaal uitvoeren en toepassen kan je niet concluderen dat er sprake is van een diepere maatschappelijke impact. Als die er al is, zie je die nu vooral onder jonge mensen. Daar speelt vooral de trend om meer met elkaar te delen en minder te bezitten.’

Overigens zijn de meeste deelplatforms helemaal niet uit idealisme opgezet maar vaak uit praktische beweegredenen, stelt Zijne Koninklijke Hoogheid. ‘Tot nu toe gaat het vooral erom of je er waarde mee kunt toevoegen en eraan kunt verdienen. Je lost er niet altijd meteen grote maatschappelijke vraagstukken mee op. De oprichter van Uber zette zijn dienst bijvoorbeeld op nadat hij gefrustreerd raakte toen hij geen goede taxi kon vinden. Hij zocht zelf een oplossing ervoor. Airbnb had ook niet als doel om de wereld te verbeteren, maar wel om efficiënter om te gaan met de bestaande omgeving en een plek te regelen waar je kunt logeren. De wereld verbeteren is geen vereiste voor een betere dienstverlening.’

 

‘Door in zee te gaan met jonge ondernemers kan de overheid mee in de laatste ontwikkelingen’

Overheid

Startups als Uber en Airbnb zijn inmiddels bezig hun diensten wereldwijd te verspreiden. Dat botst soms met de regelgeving en belasting. Overheden moeten dan ook nieuwe ondernemers met nieuwe businessmodellen op het gebied van de deeleconomie de kans geven, stelt de special envoy van de StartupDelta. ‘Nu is de overheid nog conservatief, zoals in haar aanbestedingen en het gunnen aan gevestigde bedrijven. Door in zee te gaan met jonge ondernemers kan de overheid bovendien mee in de laatste ontwikkelingen. Je ziet al dat gemeenten en provincies omgevingen creëren waar startups kunnen groeien en verbinding maken met kennisinstellingen.’

Bovendien biedt de sharing economy kansen voor de overheid zelf, benadrukt Prins Constantijn. ‘Ze beschikt immers over veel assets, gebouwen en terreinen, maar ook enorm veel data. Hoe gaat ze daar vanuit de publieke dienstverlening mee om? Het delen daarvan is nog steeds een probleem.’ Startups kunnen daarbij een rol spelen, stelt hij. Maar om data uit handen te geven zijn niet alleen startups nodig die daarbij helpen, maar is vooral een enorme cultuuromslag bij de overheid zelf broodnodig. ‘Ik ben erg benieuwd hoe de grootste monopolist in ons land zich gaat openstellen om te delen. Met beter gebruik van data is veel mogelijk wat vroeger niet mogelijk was.’

De prins adviseert overheden dan ook meer te gaan experimenteren met deelmodellen. ‘Het levert haar meer engagement op bij het publiek, meer empowerment, en dus ook meer betrokkenheid van de burgers. En is dat niet wat we juist willen: meer betrokkenheid bij de publieke zaak? Het zou mooi zijn als de overheid met die nieuwe modellen ook nog eens nieuwe economische waarde kan geven aan haar bestaande assets.’ ■

Lees het artikel in de E-zine over de i-samenleving.

You may also like