‘Geen luchtkastelen maar concrete stappen’

Over twaalf jaar moet onze nationale broeikasgasuitstoot met 49 procent zijn teruggedrongen ten opzichte van 1990. Dat moet onder meer gebeuren door de verduurzaming van bestaande woningen en kantoren. Bouwend Nederland staat achter deze doelstelling maar realiseert zich: om ze te bereiken is een realistische aanpak nodig.

Voorzitter Maxime Verhagen van Bouwend Nederland is een van de deelnemers aan de sectortafel Gebouwde Omgeving. In dit overlegorgaan buigt een aantal organisaties en bedrijven, onder leiding van Diederik Samsom, zich over de veranderingen die nodig zijn om de klimaatdoelstellingen in de gebouwde omgeving te behalen. ‘Als je kijkt naar de 7,5 miljoen woningen en half miljoen kantoren die we willen verduurzamen, dan is er heel wat voor nodig om de afspraken van Parijs te realiseren,’ stelt Verhagen. ‘Ik ben ervan overtuigd dat de doelstellingen haalbaar zijn, maar dan moeten we in de uitwerking van de voorstellen zorgen dat deze omgezet worden naar concrete afspraken. Ze zijn nu nog te theoretisch. Als je kijkt naar het huidige tempo gaan we ons doel zeker niet halen. Als Bouwend Nederland kijken we hoe we het tempo kunnen opvoeren en hoe woningeigenaren een kostenneutraal aanbod kunnen krijgen om hun huis te verduurzamen.’

Stimuleren van marktwerking

De bouwsector wacht een hoop uitdagingen, maar ook kansen in de energietransitie. Hoe moet die groeimarkt van verduurzaming aan de vraag- en aanbodkant eruitzien om de doelen voor de gebouwde omgeving te halen? Om dat helder te krijgen heeft Bouwend Nederland een onderzoek laten uitvoeren. Daaruit komt een aantal aanbevelingen en economische randvoorwaarden naar voren die ervoor zorgen dat zowel gebouweigenaren als aanbieders van verduurzamingsconcepten kunnen investeren. Aantrekkelijke financieringsvormen zijn hierbij cruciaal. Verhagen licht toe: ‘Er moeten voldoende voordelen zijn voor huiseigenaren om erin te stappen, zoals een korte terugverdientijd. Zij moeten tenslotte de opdracht geven voor de verduurzaming.’

Tegelijk moet er volgens het onderzoek voor ondernemers ook genoeg groeipotentie zijn zodat ze verder kunnen investeren in product- en marktontwikkeling. Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat de vraag nu nog te gefragmenteerd is en dat er voor de broodnodige innovatie echt meer prikkels moeten komen. ‘Voldoende en gelijksoortig volume zorgt voor opschaling tempo, meer efficiëntie en kostenreductie. Want alleen dan zullen investeringen lonen,’ aldus Verhagen. Ons rapport moet dan ook een houvast bieden waarmee de sectortafel kan meten of de markt en de consumenten voldoende in beweging gaan komen. Er ligt een mooi meetinstrument om de initiatieven van de sectortafel aan te toetsen.Daarnaast is het ook belangrijk om oog te hebben voor de mensen, stelt de voorzitter van de brancheorganisatie. Verhagen: ‘We hebben nu een krapte op de arbeidsmarkt, zeker als het gaat om de energietransitie. We moeten daarom investeren in menselijk kapitaal maar ook in doorontwikkeling van talent en de kennis.’

‘Juist nu het economisch beter gaat, moeten we deze slag maken’

Drie speerpunten

Bouwend Nederland pleit er nog steeds voor dat er bij de verduurzaming van de gebouwde omgeving drie speerpunten worden meegenomen: innoveren, isoleren en faseren. Innoveren moet leiden tot nieuwe technieken, verlaging van kosten en verhogen van efficiëntie. Onlangs heeft de brancheorganisatie dan ook het Bouw en Techniek Innovatiecentrum mede opgericht, dat in de eerste helft van 2019 van start zal gaan. Het doel is om innovaties te ontwikkelen voor grote sectorbrede opgaves in de bouw- en infrasector zoals verduurzaming en digitalisering. Isoleren speelt in de verduurzaming volgens Verhagen een hele belangrijke rol, en is een zogeheten no regret-maatregel. ‘Ongeacht welke energievorm je gebruikt, isoleren loont altijd. Energie die je bespaart hoef je immers niet op te wekken.’

De verduurzaming kan niet zonder faseren. Het Klimaatakkoord heeft een realistische en concrete uitvoeringsagenda nodig. ‘Het moet daarbij gaan om schaalvergroting en een wijkgerichte aanpak. We moeten bijvoorbeeld meerdere gelijksoortige wijken samenvoegen om zo marktvolume te creëren. Denk bijvoorbeeld aan jaren ’70-wijken uit verschillende gemeenten tegelijkertijd verduurzamen. Alleen dan is het voor ondernemers aantrekkelijk om verder te investeren in industrialisatie en robotisering. We moeten ervoor zorgen dat in het uiteindelijke akkoord voldoende aandacht is voor deze drie speerpunten.’

Parallelle initiatieven

Over de onderwerpen die Bouwend Nederland belangrijk vindt en te weinig aan bod ziet komen, heeft de brancheorganisatie parallel aan de gesprekken aan de sectortafel ook eigen initiatieven opgezet samen met ketenpartners. ‘Daarmee willen we de verduurzaming versnellen en komen tot de gewenste uitvoeringsagenda,’ aldus Verhagen. ‘De energietransitie vereist namelijk grote investeringen in voldoende beschikbaarheid van duurzame energie, aanpassing van de huidige energie-infrastructuur, isoleren en aanpassen van installaties van woningen en gebouwen voor het ontvangen en verwerken van duurzame energie.’

Zo werkt Bouwend Nederland met Netbeheer Nederland aan een gezamenlijk initiatief om digitale kaarten van Nederland te ontwikkelen waarmee voor elke regio de nodige investeringen snel inzichtelijk worden. Met deze kaarten kunnen bijvoorbeeld wijken met dezelfde karakteristieken door het land worden geselecteerd.

Met Onderhoud NL, Uneto VNI en Aedes werkt Bouwend Nederland aan een ondersteuningspakket voor verduurzaming van corporatiebezit. Dit pakket bevat een soort menukaarten die bestaande initiatieven helpen met het verduurzamen van corporatiebezit. Eind dit jaar levert het VNG Programma Energie, met hulp van Bouwend Nederland en Platform 31, een pakket no regret-maatregelen op voor de vijf veel voorkomende woningtypen. ‘Dit pakket maakt makkelijk inzichtelijk welke maatregelen investeringen lonend maken. Mensen willen toch vooral verduurzamen als het geld oplevert, niet alleen maar uit idealisme. Dat geldt ook voor bouwondernemers.’

Verhagen blijft optimistisch over de vraag of Nederland deze energietransitie tot een succes kan maken: ‘Juist nu het economisch beter gaat moeten we deze slag maken. We zijn het verplicht aan de volgende generatie. Wel moeten we de juiste voorwaarden scheppen om het realistisch en betaalbaar te houden. Ons rapport biedt daarvoor voldoende aanknopingspunten. Laten we die samen oppakken.’

Dit artikel verscheen in de special ‘Groen Akkoord’ van Publiek Denken. Lees het e-zine. 

You may also like