Paul Smeulders, GroenLinks: ‘Zoveel mogelijk inwoners betrekken bij de energietransitie’

De energietransitie wordt alleen een succes als je de Nederlanders meekrijgt, stelt Paul Smeulders, Tweede Kamerlid GroenLinks. Als een van de jongste Kamerleden zet hij zich onder meer in voor de verduurzaming van de woonomgeving. We spraken met hem over draagvlak en het Klimaatakkoord. ‘Je moet mensen ontzorgen en het aantrekkelijk voor ze maken. NVDE-leden kunnen helpen om VNO-NCW en Bouwend Nederland groener te maken.’

Paul Smeulders.

De commissie Remkes deed onlangs aanbevelingen rond het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Wat is je eerste reactie daarop?
“Wij zijn in grote lijnen blij met de uitspraken van Remkes omdat deze helemaal aansluiten bij de standpunten van GroenLinks. Natuurlijk mogen sommige aanbevelingen wel wat sterker, maar het lijkt er bijna op alsof Remkes de GroenLinks verkiezingsprogramma’s van de afgelopen twintig jaar heeft verzameld. Het gaat om maatregelen waar wij al decennialang voor pleiten. Wij zagen de PAS altijd al als afleidingsmanoeuvre. Daar hebben we nu gelijk in gekregen. Wat we voorstellen komt overeen: de natuur beschermen door het verkleinen van de veestapel en minder hard rijden.”

Je portefeuille als Tweede Kamerlid is onder meer wonen. Wat zie jij als de grootste uitdaging in de verduurzaming van de gebouwde omgeving?
“Dat is echt draagvlak creëren. Voordat ik in de Kamer kwam, ben ik vier jaar wethouder geweest in Helmond. Daar werkten we aan de versnellingsagenda duurzaamheid. Daarvoor is draagvlak essentieel. We moeten zoveel mogelijk inwoners erbij betrekken. Als er over mensen heen over maatregelen voor verduurzaming wordt besloten, dan denk ik niet dat het een groot succes wordt. Kijk naar de eerste wijken die van het gas af gaan. Die moeten echt een succes worden. Als het daar mis gaat en mensen hebben het gevoel dat het niet vooruit gaat, dan gaat het heel erg lastig worden om de rest van de wijken van het gas af te krijgen.”

Wie moet daarbij het voortouw nemen?
“Zeker nu in de beginfase is die rol weggelegd voor de overheid. Die moet niet te bescheiden optreden nu, maar investeren met subsidies. De overheid moet nu regisseur zijn. De grootste rol is daarbij weggelegd voor gemeenten. Zij kennen de lokale netwerken het best, staan het dichtst bij de inwoner. Juist zij kunnen de keukentafelgesprekken voeren die hard nodig zijn om draagvlak te creëren. Ik zie wel dat deze taak relatief nieuw is voor hen. Maar er ligt nogal een uitdaging: in 2050 alle huishoudens van het gas af. Met het huidige tempo zijn we er nog lang niet. Het is echt een kerntaak die ze erbij hebben gekregen. Ik weet dat veel wethouders in het land ermee bezig zijn, en niet alleen GroenLinks wethouders. Dit onderwerp is veel minder gepolariseerd. Ook andere lokale partijen zetten zich vol passie in voor dit onderwerp. Dat heb ik in Helmond gezien, waar de ambitie om in 2035 klimaatneutraal te zijn unaniem door de gemeenteraad is overgenomen.”

Hoe krijg je mensen enthousiast voor zoiets abstracts als de energietransitie?
“Door het ze makkelijk te maken. Door te ontzorgen. Door ze te laten ervaren dat het echt iets oplevert En door het financieel aantrekkelijk te maken. Het is fantastisch dat al heel veel mensen het omarmen, maar we zien dat vooral bij onze achterban. Het gaat om de voorlopers. Het is nu belangrijk om de middengroep in beweging te krijgen. In Helmond hebben we een Energiehuis geopend waar mensen kunnen binnenlopen met vragen over warmtepompen en andere zaken, en voor gratis energieadvies.”

Lees het hele interview op de website van de NVDE. 

You may also like