Tto 2.0 gaat verder dan alleen taalvaardigheid
Afgelopen maand gingen de rectoren van de scholen akkoord met een nieuwe opzet: tto 2.0. Onno van Wilgenburg, Teamleider VO Talen bij Nuffic, licht toe.
Sinds 1989 kennen we in ons land tweetalig onderwijs (tto) op de middelbare school. Op ruim 130 middelbare scholen in ons land volgen de leerlingen minimaal de helft van hun vakken in het Engels. Maar dit tto-onderwijs is toe aan vernieuwing.
Waarom een nieuwe vorm van tweetalig onderwijs?
Van Wilgenburg: “In de jaren ’90 hebben de tto-scholen met elkaar een kwaliteitssysteem opgezet, de tto-standaard. Wij als Nuffic hebben daar altijd de kwaliteitscontrole over gedaan. Onze visitatoren gingen langs bij de scholen om te kijken of ze aan alle standaardeisen voldoen. Dat systeem begon in de loop der jaren steeds meer te knellen. Scholen maken steeds meer individuele keuzes, denk bijvoorbeeld aan gepersonaliseerd leren, en leerlingen die individuele leerroutes lopen. De one size fits all aanpak is niet meer van deze tijd. De tijd was rijp om te kijken wat de scholen verder willen met tweetalig onderwijs. We zijn helemaal opnieuw gaan kijken en kwamen op drie pijlers uit waar we effect op willen hebben met dit onderwijs: taalvaardigheid, wereldburgerschap en persoonlijke ontwikkeling. We hebben tweetalig onderwijs toekomstbestendig gemaakt, met als een van de doelen: functionele tweetalige wereldburgers afleveren.”
Wat versta je precies onder functionele tweetalige leerlingen?
“Dat zijn leerlingen die bijna net zo goed Engels spreken als Nederlands. Je ziet dat tto-leerlingen vaak vakinhoudelijk beter zijn in het Engels dan in het Nederlands.”
Is het wel goed dat ze Engels beter spreken dan hun moedertaal? Gaat dat niet ten koste van hun Nederlands?
“Nee. Ze moeten vanaf de vierde toch hun examenvakken ook in het Nederlands doen. Daarnaast hebben we de randvoorwaarde opgesteld dat de examencijfers gelijk of hoger zijn dan niet-tto-scholen. Het is een soort safety catch, een harde randvoorwaarde. Overigens, dat de tto’ers goed zijn in Engels is alleen maar een meerwaarde als ze straks naar het hoger onderwijs gaan, ze beschikken over een enorm breed register.”
Vorige week is het plan voor tto 2.0 goedgekeurd in het rectorenberaad. Was dat nog spannend?
“Allereerst wil ik het liever een bezegeling noemen in plaats van een goedkeuring, omdat we de rectoren gedurende het hele traject hebben meegenomen. Vanuit de regiegroep hebben we ze betrokken bij de vormgeving van ons nieuwe concept van tweetalig onderwijs. Het was voor hen vorige week dan ook geen verrassing. Van bijna alle scholen waren er rectoren. Vanuit Curaçao is zelfs één rector speciaal overgevlogen.”
Het is goedgekeurd, en wat nu?
“De volgende stap is het implementeren ervan. Hoe kunnen de scholen de kwaliteit borgen? Vanuit Nuffic willen we hen daarvoor genoeg handvatten bieden, zodat ze een goede zelfevaluatie kunnen doen. Daarnaast moeten we onze visitatoren ook gaan bijpraten en trainen om de audits bij de scholen op een nieuwe manier te gaan doen. Ze moeten nu meer in gesprek gaan met scholen over hun visie op wereldburgerschap en persoonlijke ontwikkeling, en toch ook bepalen of de scholen wel voldoen aan de eisen.”
Per wanneer gaat tto 2.0 echt van start?
“Het idee is om vanaf schooljaar 2020-2021 op de nieuwe manier te gaan werken. Vanaf volgend jaar september kunnen scholen al de keuze maken om over te stappen, of toch nog even op de oude manier van visitatie. We geven met tto 2.0 de scholen meer vrijheid, maar dat betekent ook meer verantwoordelijkheid, voor zowel de scholen als voor ons. Ze kunnen uitgebreid hun verhaal vertellen maar ze moeten het ook echt gaan doen.”
Hoe kun je straks de effecten en resultaten meten van tto, met doelen als wereldburgerschap en persoonlijke ontwikkeling?
“We zijn ons ervan bewust dat niet alles meetbaar is. Sommige zaken zullen aantoonbaar of merkbaar zijn. Taalvaardigheid is makkelijk te meten natuurlijk, je kijkt naar cijfers. Maar hoe meet je wereldburgerschap? En persoonsontwikkeling? Tto-leerlingen leren bijvoorbeeld meer critical thinking skills dan niet-tto-leerlingen. Ze krijgen een soort zelfverzekerdheid. Maar hoe meet je dat? Het idee is om dit soort skills meer zichtbaar te maken. Dat idee resoneert enorm bij de scholen. Wereldburgerschap is niet uniek, taalvaardigheid ook niet, maar de combinatie van de drie domeinen maakt het unieke karakter van een tto-leerling”.
Bekijk meer informatie over tweetalig onderwijs.