‘De energietransitie moet sneller’

De Topsector Energie is vijf jaar geleden opgezet om de innovaties te stimuleren die nodig zijn om Nederland de transitie te laten maken naar een betaalbaar, betrouwbaar en duurzaam energiesysteem. Die transitie gaat echter niet snel genoeg, stelt Manon Janssen, boegbeeld van de Topsector Energie. ‘Er moet een beter investeringsklimaat komen.’

janssen01De Topsector Energie onderschrijft de doelen van het Energieakkoord maar stelt tegelijkertijd dat we gas moeten geven als we echt straks in 2050 als Nederland een CO2-arme samenleving willen worden.

In een position paper die de Topsector eerder dit jaar tijdens de Energiedialoog publiceerde pleit ze voor meer inzetten op drastische verbetering van bestaande technieken en  werken aan meer fundamentele innovaties voor de langere termijn. De Topsector wil daar de drijvende kracht achter zijn, onder meer door de samenwerking tussen wetenschappers, bedrijven en overheden te stimuleren. Om dat doel in 2050 te bereiken moeten we nu echt werken aan energiebesparing en 100 procent duurzame energievoorziening.

Wat kunnen we volgens jullie doen om de Energietransitie in Nederland te versnellen?
Janssen: “Ik denk dat we vooral kunnen stellen dát de transitie versneld moet worden. Op dit moment gaat het namelijk niet snel genoeg. We hebben een aantal harde deadlines, anders gaat het mis met onze planeet en betalen we daarvoor de boete. In onze position paper geven we de Nederlandse overheid een aantal aanbevelingen mee. Twee van de belangrijkste daarvan zijn dat het Rijk moet zorgen voor een goed klimaat voor investeringen in innovaties en toepassingen ervan en voor het sturen op CO2. Links om of rechts om, je moet er toch voor zorgen dat we ons gedrag gaan aanpassen. Door CO2 te beprijzen ga je je ernaar gedragen. Ik denk echt dat we daar niet mee kunnen wachten. We kunnen niet wachten tot er een emissiehandel vanzelf goed gaat draaien.”

Wat kunnen we doen in onze gebouwde omgeving?
“Persoonlijk denk ik dat we allereerst het onderscheid moeten maken tussen renovatie en nieuwbouw. Die laatste categorie is makkelijk. We moeten gewoon niets meer goedkeuren als dat niet 100% duurzaam wordt gebouwd. Renovatie ligt wat lastiger. Ook daar is weer een onderscheid te maken: tussen industriële gebouwen en huiseigenaren. Er gebeurt natuurlijk heel veel op het gebied van renovatie, maar het is gefragmenteerd. Het is niet net als bij windenergie: nog vijf parken en we zijn er. Ik denk dat vanuit de huiseigenaren er daarom vooral behoefte is aan ontzorging en financiering. Mensen weten niet waar ze aan toe zijn. Energiebedrijven zouden een dienst moeten creëren om hen te helpen met informatie over wat mogelijk is, waar ze bijvoorbeeld financiering kunnen vinden. De bestaande partijen zijn er al mee begonnen, maar als we het op grotere schaal gaan doen, helpt het om de energietransitie te versnellen.”

Binnen hoeveel jaar verwacht je dat innovaties op het gebied van smart grid/lokale opslag kunnen worden toegepast?
“Beiden worden al toegepast. Lokale opslag gebeurt al op veel plekken maar de innovaties op smart grids zie je nog niet terug op de infrastructuur in Nederland, behalve in de proeftuinen.”

stocksnap_m3wrijl64i

Kunnen we een slag slaan in de energietransitie op het gebied van thermische opslag?
“Hier gebeurt ook best wel wat. Er is veel onderzoek en innovatie gaande. Dat is de fase waarin we nu nog in zitten. Al snel zullen we aanlopen tegen het punt waar het de markt in moet. Met andere woorden, we moeten het markttoegankelijk maken, awareness creëren en financiering regelen. Daarom pleit ik bij de overheid om ons vier keer zoveel middelen te geven om die stap naar de markt te kunnen maken.”

Dus meer financiering vanuit de overheid kan het proces dus versnellen?

“We hebben inderdaad meer budget nodig, maar vooral ook een goed investeringsklimaat, waarbij bedrijven en investeerders erop kunnen rekenen dat een volgend kabinet niet weer hele nieuwe wetten gaat uitvaardigen. Vanuit de Topsector Energie hebben we onze programmalijnen heel bewust ingezet op de korte termijnstrategie. 2020 is immers om de hoek. Maar we vinden tegelijkertijd dat we juist op langere termijn moeten gaan kijken. We pleiten daarom voor meer lange termijn onderzoek. En daarvoor hebben we helaas momenteel te weinig middelen.”

Wat kunnen we leren van het buitenland?
“We moeten kijken naar het buitenland en daar goede dingen ophalen. We moeten absoluut niet de arrogantie hebben om te denken dat wij het allemaal kunnen bedenken. We hebben bijvoorbeeld vorige herfst gesproken met de Nederlandse kennisinstellingen die vanuit de NERA naar ons toekwamen. Het verzoek was om ze te helpen omdat ze meer wilden doen met materiaalstudies. Onze eerste vraag was of ze al een overzicht hadden van wat er allemaal is in het buitenland. Kom eerst maar eens met een dergelijk overzicht, voordat we in eigen land verder gaan kijken.”

Kan Nederland op het gebied van energietransitie nog koploper worden?
“Dat hangt er vanaf waar je naar kijkt. Op het gebied van wind gaan we geen koploper meer worden, en op gebied van batterijtechnologie zijn andere landen veel verder maar we gaan straks wel vooroplopen op het gebied van warmtetechnologie en fotonica. Ook zijn we heel erg goed in de toeleveringsindustrie en de kennis van de keten van energie, en hebben we de allerslimste systeemintegratie om in onze deltagebied in te voeren. Maar het is natuurlijk niet ons doel om koploper te worden. Ons doel is ervoor zorgen dat Nederland een welvarend land is waar het goed én duurzaam wonen is.”

Dit interview is eerder verschenen op de website en de e-zine van de NVDE.

You may also like