Rijksoverheid moet meer oog krijgen voor mbo’ers
De Rijksoverheid kampt met een groot tekort aan i-professionals. Toch lukt het niet om nieuwe doelgroepen te werven, zoals mbo’ers en anderstaligen. Die staan nu eenmaal niet op het netvlies van wervers en managers bij het Rijk. Daarom vroeg CIO-Rijk I-Partnerschap om onderzoek te doen naar de kansen om meer mbo’ers en anderstaligen te werven.
Nog steeds leeft het beeld dat de rijksoverheid de meest gekwalificeerde mensen in huis moet hebben. En dus richten de vacatures zich vooral op universitair- en hbo-geschoolden. Een kwalificatie voor een bepaalde functie wordt echter al lang niet meer alleen bepaald door een hoog diploma. Allerlei overheden hebben dan ook mbo’ers in dienst, van de Belastingdienst, Defensie tot de Politie. “Veel andere rijksorganisaties blijven achter. Dat is jammer want daarmee missen we kansen. En daar willen we wat aan veranderen”, stelt projectleider Lineke Koldenhof van I-Partnerschap.
Verkenning andere doelgroepen
Sinds afgelopen februari is Koldenhof in opdracht van CIO-Rijk het onderzoek ‘Aanboren mbo en anderstaligen’ gestart, samen met collega Leila Ajiou. “We zijn rijksbreed gestart met oriënterende gesprekken over de mogelijkheden en voorwaarden om deze doelgroepen aan te nemen. Tegen de zomer leveren we een adviesrapport op aan CIO-Rijk. Na het adviesrapport volgt een toolkit, welke in november klaar zal zijn en rijksorganisaties voorziet van inzichten en tools, en vanzelfsprekend enkele voorbeelden van organisaties die al naar grote tevredenheid werken met mbo’ers en anderstaligen. Daarna gaan we kijken hoe we de samenwerking met mbo onderwijs kunnen verstevigen.”
Voor het project werkt ze samen met Arnoud van Breukelen, docent software development, en sinds 1 januari practor, aan MBO Rijnland in Leiden. Ze kennen elkaar via de samenwerking in het IHH Lab West, waarin MBO Rijnland samenwerkt met de Haagse Hogeschool, TU Delft en I-Partnerschap om de informatiehuishouding bij het Rijk te verbeteren.
Van Breukelen heeft als practor een eigen onderzoek lopen, wat goed aansluit op het project van Koldenhof. “Mijn practoraat houdt zich bezig met het vraagstuk hoe de arbeidsmarkt verandert op basis van ontwikkelingen in de maatschappij, en hoe wij als opleiding daarop kunnen inspelen. Kijk bijvoorbeeld naar de energietransitie. Alle nodige kabels en leidingen worden straks allemaal gelegd door mensen die van het mbo komen. Of kijk naar de digitalisering bij de overheid. Daar zijn allemaal IT’ers voor nodig. Hier kunnen we elkaar dus ontmoeten. Het Rijk vraagt zich af of ze mbo’ers kan krijgen. Wij vragen ons af hoe we onze mbo’ers bij het Rijk kunnen krijgen.”
Steeds meer erkenning voor mbo
De tijd is dan ook rijp, stelt Koldenhof. “Dat merk ik wel in de oriënterende gesprekken die ik voer bij rijksorganisaties. Iedereen is enthousiast, en niet alleen vanuit de wanhoop dat ze ICT’ers nodig hebben, maar ook vanuit maatschappelijke relevantie, en het idee van gelijke kansen voor iedereen.” Er is dan ook steeds meer erkenning voor mbo’ers, vult Van Breukelen aan, al vinden de studenten dat zelf nog niet zo misschien. “De huidige minister van Onderwijs draagt dat ook steeds meer uit. Het gaat de goede kant op.”
Desondanks komen er vooralsnog weinig mbo’ers aan de bak bij het Rijk. Het aantal studenten van zijn opleiding die de afgelopen jaren bij het Rijk is gaan werken, kan Van Breukelen op één hand tellen. Ze komen meer bij IT-bedrijven terecht. Toch is er genoeg expertise te vinden onder mbo’ers die de rijksoverheid kan gebruiken, stelt Van Breukelen. Van software developers die websites en portalen bouwen om overheidsdienstverlening online aan te bieden, IT-specialisten die netwerken, servers, computers en hele datacentra laten draaien en eerste- en tweede lijns support leveren via de ICT-helpdesk, tot cybersecurity adviseurs. “Ik hoop persoonlijk dat dit onderzoek beweging creëert tussen het mbo en de rijksoverheid, en dat er tussen beide partijen vanzelfsprekendheid ontstaat.”
De mbo-studenten zelf willen in ieder geval wel, zegt Van Breukelen. “Ze zien dat je bij de rijksoverheid de kans hebt om te werken aan enorme projecten, waar je elders die kans niet krijgt. Ook de maatschappelijke betrokkenheid speelt voor veel studenten een rol.”
Daarom is het belangrijk dat de rijksoverheid proactiever wordt om hen te werven, stelt Koldenhof. “We kunnen wel denken dat die mbo’ers maar bij ons moeten willen komen werken, maar het is natuurlijk ook andersom. We moeten als overheid meer naar ICT-beurzen of stagemarkten gaan, en gastlessen gaan geven.”
Vooruitkijkend ziet Koldenhof de komende jaren vooral in het teken staan van deze bewustwording. “We zullen beginnen met het aannemen van kleine hoeveelheden stagiaires, die dan na hun stage blijven plakken. Dit werkt goed om zo kennis met elkaar te maken. Uiteindelijk hoop ik dat het Rijk over een jaar of vier mbo’ers vanzelfsprekend aanneemt.”
Lees het oorspronkelijke artikel op de website van de Rijksorganisatie ODI.