Wereldburgerschap. Foto: CDC/Unsplash.

‘De ontmoeting moet je soms organiseren’

De aandacht voor segregatie en kansenongelijkheid in het Nederlandse onderwijs groeit. Steeds minder komen leerlingen met verschillende achtergronden elkaar tegen, en leren omgaan met ‘de ander’. Hoe kunnen we dat veranderen? En kunnen internationalisering en wereldburgerschap daarbij een rol spelen? Nuffic sprak met een aantal experts.

Van de documentaire ‘Klassen’ tot de Onderwijsraad die met het advies ‘Later selecteren, beter differentiëren’ pleit voor een bredere brugklasperiode. Er is steeds meer maatschappelijke aandacht om het gesegregeerde schoolsysteem in Nederland, zoals we dat nu kennen, te veranderen.

Leren omgaan met ‘de ander’

En dat kan uiteindelijk weer leiden tot grotere afstand tussen groepen in de samenleving, zo bevestigde het rapport ‘Samen of gescheiden naar school – De betekenis van sociale scheiding en ontmoeting’ van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). “Het voortgezet onderwijs staat op deze manier ver af van haar doel om leerlingen als burgers te leren samenleven in een complexe en diverse samenleving”, stelt Monique Turkenburg, een van de SCP-onderzoekers.

“Onderwijs gaat niet alleen om talentontwikkeling. We hebben ook maatschappelijke doelen, zoals bijdragen aan de sociale cohesie in de samenleving. Socialisatie en persoonsvorming zijn ook hele belangrijke onderwijsdoelen. Die staan onder druk omdat kinderen in Nederland heel vroeg worden voorgesorteerd naar het niveau dat ze op dat moment hebben.”

En dat leidt al snel tot een scheiding van groepen, stelt het rapport. Zelfs op brede scholen is die zichtbaar. Havo/vwo leerlingen zitten in een ander gebouw dan vmbo-leerlingen. Op het vmbo zijn leerlingen oververtegenwoordigd uit gezinnen met lagere sociaalmaatschappelijke posities, en hebben ze vaker een migratieachtergrond. Op havo/vwo zie je vaak kinderen van ouders die zelf ook vwo hebben gedaan en hoger onderwijs hebben gevolgd, en minder vaak de kinderen van ouders met een migratieachtergrond. “Eigenlijk ontmoeten deze groepen elkaar dus nauwelijks”, concludeert Turkenburg.

Diversiteit in de klas

“Meer diversiteit in de klas is dan ook van belang voor burgerschapsvorming, vooral als het gaat om het omgaan met verschillen en het verkleinen van ongelijke kansen op burgerschap”, stelt Anke Munniksma, universitair docent en onderzoeker burgerschapsonderwijs aan de Universiteit van Amsterdam (UvA).

“De school kan worden gezien als mini-samenleving, waarbinnen leerlingen onder andere op een goede manier kunnen leren omgaan met anderen. Als ze de verschillen, die er zijn in de samenleving, in de klas niet tegenkomen, dan is het moeilijk ervan te leren. Als de klas homogeen is, bereidt dit dus maar in beperkte mate voor op deelname aan de echte samenleving.”

Overigens betekent het niet automatisch dat er meer aandacht is voor (wereld)burgerschap als er veel culturele diversiteit is in de klas. Munniksma: “Verschillen tussen leerlingen met verschillende perspectieven levert ook uitdagingen op voor leraren, zo blijkt uit onderzoek Daar mag zeker meer aandacht aan besteed worden, onder meer op de lerarenopleidingen.”

Onderdeel van burgerschapsonderwijs

Munniksma ziet wereldburgerschap niet als iets losstaand. Volgens haar is het een onderdeel van burgerschapsonderwijs. “Het is zowel een middel als een uitkomst. Als uitkomst betreft het onder andere kennis en bewustzijn van hoe jouw gedrag invloed heeft op de wereld. Als middel is wereldburgerschap ook heel relevant. Het bespreken van voorbeelden uit andere landen levert andere perspectieven op, waarvan leerlingen kunnen leren. Denk bijvoorbeeld aan het belang van democratie.”

Volgens de universitair docent is er nog heel wat te verbeteren aan het (wereld)burgerschapsonderwijs in Nederland. “De afgelopen jaren is gebleken dat veel scholen het moeilijk vinden om invulling te geven aan burgerschap, en internationaal gezien blijven burgerschapscompetenties van leerlingen achter bij die van leeftijdsgenoten in andere landen. Daarom is er ook een nieuwe wet onderweg, die scholen meer richting moet gaan geven. Ook van belang is het dat scholen gefaciliteerd worden met scholing, methoden en manieren om burgerschapscompetenties in kaart te brengen.”

Er zijn al verschillende tools die scholen kunnen gebruiken om leerlingen de nodige internationale competenties te leren, en om burgerschapscompetenties in kaart te brengen.

Lees het hele artikel op Nuffic Nieuws.

You may also like